Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

beenhouwer

betekenis & definitie

Slager.

Het vlees bleef voor de werkende mens niet te betalen bij de beenhouwer, WALSCHAP 1976, 124.

Mijn hond kreeg altijd vlees van bij de beenhouwer, T.V.-strip 19/5/1978, p. 159.

Afl./Sam: beenhouwerin; - paardenbeenhouwer; rundsbeenhouwer; varkensbeenhouwer; - beenhouwersbond; beenhouwersgast (Wdl.) slagersknecht, slagersbediende; beenhouwersleerling;

beenhouwersmes (Wdl.); beenhouwersrol (Welke beenhouwersrol de Alpen gespeeld hebben bleek wel uit de manier waarop enkele gewezen favorieten het einde haalden, Gazet v. Antw. 21/7/1977).

< >