Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

bareel (barreel)

betekenis & definitie

Overweg, spoorwegovergang; slagboom, spoorboom; ook: dranghek.

Juist als een automobilist die maar gas geeft, en maar gas geeft, en ineens voor een barreel komt en vaststelt dat hij de rem niet weet staan, BERKHOF 1962, 84.

Op de Grote Markt stonden duizenden (supporters). Een fraktie van hen vond plaats op de tribunes. De rest moest achter de barelen blijven en werd langzamerhand samengeperst tot een uitgerekte menselijke deeg, Gentenaar 12/8/1977.

Parkingwachter Frans S. (51) zit in zijn oranje hokje bij de slagboom. Tickets aannemen, geld wisselen, bareeltje open, knopje drukken, Gazet v. Antw. 17/8/1977.

In zijn kort dankwoord wees hij de beleidsmensen erop dat men over de bareel in Lint ook aan sport doet en dat een terrein... hartelijk welkom is, Gazet v. Antw. 16/9/1977.

Sam.: nadarbareel (zie ald.);

- bareelwachter (Wdl.), baanwachter, overwegwachter (Bareelwachter in Wespelaar voor een maand in ziekenhuis geslagen, Gazet v. Antw. 21/7/1977).

< >