I. Pit (van een gasfornuis).
Gasvuur (aardgas), 3 bekken met oven, Gents Adv. 12/8/1976.
Of we nu het grootste fornuis met vier «bekken» zouden kopen of het goedkoper model met drie, Vrouw en Wereld nov. 1977, p. 22.
Sam.: gasbek (zie ald.).
II. Ter aand. van een beurtelings stijgende en dalende lijn; zoveel als: golf; ook in toep. op golvend haar: slag; - hij heeft altijd al een bek in zijn haar gehad.
Een schoorsteen van een huis... rookt altijd, met hetzelfde watten wolkje; het water wordt steeds aangeduid met bekskens, LIA TIMMERMANS 1962, 137.