Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

bagagedrager

betekenis & definitie

Pur. voor: imperiaal (op auto).

Bagagedragers voor auto’s (luxe model - sterk), Annoncenblad 7/1/1977, p. 26.

Rekbare, universele bagagedrager, Uit een reclamefolder juni 1978.

Opm.: In de standaardt. wel in toep. op een rekje aan een (brom)fiets e.d. waarop bagage kan worden bevestigd.