Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

begeesteren

betekenis & definitie

(Iem.) in geestdrift brengen, enthousiast maken; bezielen; - ook het tegenw. deelw. begeesterend als bnw. Grootnederland, de Dietsche Volksstaat begeestert velen, Knack 29/11/1972, p. 89.

De reuzen rukten op naar de Denderboord om er de massa met dansen te begeesteren, Standaard 28/8/1976.

Heeft U op 17 april voor de Vlaamse P.V.V. gestemd dan kan U zich niets verwijten. Heeft U dat niet gedaan, dan begrijpen wij dat U vandaag op uw nagels bijt. Want er staan ons inderdaad „begeesterende” tijden te wachten, Nieuwsblad 21/6/1977.

Met Gerrie Kneteman, de enige van alle deelnemers, die betrokken was bij het dubbele grote offensief uit twee begeesterende slotronden, won meteen de sterkste van het lot, Gazet v. Antw. 28/8/1978.

Opm.: In de standaarde thans zo goed als volledig veroud. (freq. 0), wsch. als resultaat van de bewuste campagne tegen dit germ.; in Vl.-België nog regelmatig aangetroffen, mog. mede ter vermijding van enthousiast.

< >