Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

bediende

betekenis & definitie

In sociaalrechtelijke zin: werknemer die tegen bezoldiging arbeid van overwegend intellectuele aard uitvoert onder leiding en toezicht van zijn werkgever. Ook in toep. op een persoon die bij een door de staat of een openbaar lichaam beheerde dienst werkzaam is; beambte, ambtenaar.

In de spreekt, vooral in toep. op lager kantoorpersoneel. In advert. veelal: administratief medewerker, -ster.N.V.... A. zoekt voor onmiddellijke indiensttreding goede bediende, Gazet v. Antw. 26/6/1977.

Opm.: In de standaardt. wel in toep. op personen die een bedienende taak hebben in een zaak, op een kantoor enz. (steeds buiten de overheidsdienst), b.v. magazijnbediende, pompbediende, slagersbediende (die de klanten bedient), bankbediende (beambte aan de balie) enz.

Sam.: gemeentebediende, gemeenteambtenaar;

- staatsbediende; stadsbediende, gemeenteambtenaar;
- bediendenbond; bediendenhuis, type huis tussen arbeiderswoning en herenhuis, in Nederl. vroeger middenstandswoning genoemd;
- bediendenstatuut; bediendenwoning, zie -huis.