Definities van Christelijke encyclopedie in de Ensie D
- D. O. M
- Daad, doen
- Dadaïsme
- Dadelpalm
- Daemonen
- Dag
- Dag des Heeren
- Dageraad
- Dagloon, daglooner
- Dagobert I
- Dagon
- Dagorde
- Dagreis
- Dak
- Dal
- Dalai-Lama
- Dalmanutha
- Dalmatica
- Dalmatië
- Damaris
- Damaskus
- Damasus
- Dammim
- Damp
- Dan
- Daniël
- Daniël Ernst Jablonski
- Daniël Gildemeester
- Daniël Matthijs Kaakebeen
- Daniël Schenkel
- Daniël Tossanus
- Dank, danken, dankbaarheid
- Dankoffer
- Dans
- Dante Allighieri
- Darby en Darbïsten
- Darius
- Das, Dassendeksel
- Dathan
- Dauw
- David
- David Abeel
- David Blondel
- David Christiaan
- David Friedrich Strauss
- David in diens plaats met het koningschap was begiftigd
- David Joris
- David Knibbe
- David Martin
- David Teniers
- De Bazuin
- De Boeken Samuël
- De Cock
- De Eenheidsbeweging
- De Ethische Vereeniging
- De Evangelische Maatschappij
- De Franken
- De Glindhorst
- De Jordaan
- De Klokkenberg
- De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen
- De Macedoniër
- De Merovlngers
- De Moen
- De Moor
- De Mozaïsche wetgeving
- De Muiderkring
- De Nachtschoot
- De Nederlander
- De Nederlandsche Militaire Bond
- De Opgang uit de hoogte
- De Opstanding van Christus
- De Opwekker
- De Profundis
- De Schoolstrijd
- De Schotsche Zendingskerk
- De Spreuken van Salomo
- De Standaard
- De Tafelronde
- De Tragedie
- De zeven Haagsche Heeren
- De Zwijndrechtsche Nieuwlichters
- Debir
- Debora
- Debora’s lied
- Debreczen
- Decanus, Deken
- Decius
- Decretalen
- Decretum Gelasianum
- Dedan
- Deductie
- Deeg
- Defensor fidel
- Deha
- Dei gratia
- Deïficatie
- Deïsme
- Dekapolis
- Dekken
