Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Debir

betekenis & definitie

I. Een koning van Eglon, een van de vijf koningen, die het met Israël verbonden Gibeon aanvielen, maar die door Jozua verslagen, daarenboven gevangen en gedood werden (Joz. 10:3).

II. Een stad op het gebergte Juda (Joz. 13 : 38; 11 : 21; 12 : 18) door de Kanaanieten Kirjath-Sepher (stad der boeken) (Joz. 15 : 16) of Kirjath-Sanna (stad der palmtakken) (Joz. 15 : 49) genoemd. Zij werd door Othniël veroverd en later door de Levieten ingeruimd (Joz. 21 : 15). De ligging is niet met zekerheid te bepalen.

III. Een stad in het stamgebied van Gad, Oostelijk van Mahanaïm (Joz. 13 : 26).

< >