4.235 Onderwerpen
137.562 Bezoekers
Zeemans woordenboek is geschreven door Jacob van Lennep (1865).
het ‘Zeemans woordenboek’ verklaart afkortingen en begrippen die vaak gebruikt werden door zeemannen.
Gedigitaliseerd door Harry Roggeveen.
Zeemans woordenboek
Jacob van Lennep (1865)
Definities en betekenissen van Zeemans woordenboek
A
- Aak
- Aal
- Aan
- Aanbeeren
- Aanboorden
- Aanbrassen
- Aandiepen
- Aandoen
- Aandraaien
- Aandrijven
- Aangaan
- Aangang maken
- Aangeven
- Aangifte
- Aanhaken
- Aanhalen
- Aanhaling
- Aanhangen
- Aanhouden
- Aanklampen
- Aanklamper
- Aanklamping
- Aankomen
- Aankrammen
- Aanleggen
Toon meer
B
- Baai
- Baaitjen
- Baaivanger
- Baak
- Baal
- Baar
- Baarhaven
- Baarsch
- Baartse
- Baas
- Baggeren
- Baggernet
- Baggerschuit
- Bagijnbras
- Bagijnra
- Bagijnzeil
- Baidar
- Bak
- Bakbboordswacht
- Bakbeest
- Bakboord
- Bakboordsbrassen
- Bakboordshalzen
- Bakboordsquartier
- Baken
Toon meer
D
- Daagsch anker
- Daagsch touw
- Dag
- Dagboek
- Dagen
- Dagge
- Dagregister
- Dagseinen
- Dagwaak slaan (de)
- Dagwacht
- Daling
- Dam
- Damlooper
- Dammen
- Damp
- Davids
- Deelbalie
- Deelen
- Deining
- Deinzen
- Deinzig
- Dek
- Dekbalken
- Dekbalkknieën
- Dekbanden
Toon meer
E
- Eb of ebbe
- Eeken
- Eendemossel
- Eereschoten
- Eerste officier aan boord
- Eerste wacht
- Eiland
- Einde
- Eisch (naar den)
- Eischen
- Ekken
- Elkander, (in of uit)
- Emballaadje
- Embargo
- Emer
- Emmer
- Emmerzeil
- End
- Enkhuizer
- Enterbijl
- Enterdreg
- Enteren
- Enterluik
- Enternet
- Entrepot
Toon meer
F
G
- Gaande houden
- Gaande raken; gaande zijn
- Gaande weg
- Gaandery
- Gaarboord
- Gaard
- Gaffel
- Gaffelval
- Gaffelzeil
- Galeas
- Galei
- Galeiroeiers
- Galeiwolf
- Galery
- Galg
- Galjas
- Galjoen
- Galjoot
- Gallen
- Galoëtte
- Gang
- Gang (gebroken)
- Gangboord
- Gangmeter
- Gangspil
Toon meer
H
- Haai
- Haak
- Haakblok, haakbout
- Haaklasch
- Haaksleuf
- Haaksteek
- Haal
- Haan
- Hairbekleeding
- Haken
- Hakgeld
- Hakkebord
- Halen
- Halfdek
- Halfsleten
- Halfwind
- Halingpakkery
- Hals
- Halsklamp
- Halvermast, halversteng
- Halzen
- Hamer
- Hamerslag
- Hand
- Hand over hand
Toon meer
I
- Ijs
- Ijsbank
- Ijsbord
- Ijsbreker
- Ijsgang
- Ijsklip
- Ijsschol
- Ijsveld
- Ijszee
- In
- Inbinden
- Inbreken
- Indompelen
- Inhalen
- Inham
- Inhout
- Inkeepen
- Inkeeping
- Inklaren
- Inkrimpen
- Inlaaten
- Inladen
- Inlader
- Inlating
- Inloodsen
Toon meer
J
K
- Kaag
- Kaagman
- Kaagschipper
- Kaai of kade
- Kaaiboef, kaailooper
- Kaaidraaien
- Kaaien
- Kaaigeld
- Kaailooper
- Kaaimeester
- Kaairing
- Kaak
- Kaal
- Kaan
- Kaap
- Kaapstander
- Kaapvaarder
- Kaapvaart
- Kaart
- Kaaskamer
- Kabas
- Kabbeljaauw
- Kabel
- Kabelaring
- Kabelen
Toon meer
L
- Laadgat
- Laadpriem
- Laag
- Laars
- Laarzen
- Labber
- Labberen
- Labberkoelte
- Labberlot
- Labberlottig
- Labzalven
- Ladder
- Laden
- Lading
- Lagerwal
- Laken
- Lampion
- Land
- Landen
- Landganger
- Landing
- Landingboot
- Landingsplaats
- Landkrab
- Landmerk
Toon meer
M
- Maak vast
- Maalstroom
- Maan
- Maas
- Maat
- Magazijn
- Magazijnmeester
- Mager
- Magermannen
- Magneet
- Magneetnaald
- Magneetsteen
- Mal
- Malder, maller
- Mallen
- Malzolder
- Mamiering
- Man
- Man te roer
- Mangat
- Manifest
- Mannen
- Mannetjens
- Manoeuvre
- Manoeuvreeren
Toon meer
N
- N
- N.o
- N.w
- Na
- Naad
- Naadhaak
- Naadprezennings
- Naaibouten
- Naaien
- Naald
- Nachtglas
- Nachthuisjen
- Nachtschot
- Nachtschuit
- Nachtwijzer
- Naderen
- Nadir
- Nagelbank
- Nageldraaibank
- Nagelen
- Nagels
- Namiddagwacht
- Naschip
- Nasleepen
- Nat
Toon meer
O
- O
- Oceaan
- Odief
- Oefening
- Oever
- Officier
- Om
- Ombaksen
- Ombrassen
- Omgorden
- Omhalen
- Omhalzen
- Omkenteren
- Omlaag
- Omleggen
- Omloopen
- Omscheren
- Omschieten
- Omslaan
- Omslag
- Omslooien
- Omsmakken
- Omspant
- Omwaaien
- Omwenden
Toon meer
P
- Paai
- Paaiskist
- Paal
- Paalhoofd
- Paalkist
- Paalsteek
- Paard
- Paardelijn
- Pagaai
- Pagaaien
- Paketboot
- Pal
- Paling
- Palklamp
- Palle
- Palm
- Palma
- Pampera
- Panje
- Pankong
- Papegaaistok
- Papenaad
- Papier
- Pappen
- Pardoen
Toon meer
R
- Ra
- Raam van kiel en stevens
- Raband
- Rabatschaaf
- Rabatten
- Rabatyzer
- Rad
- Raderboot
- Raderkast
- Rafeling
- Rafian
- Rahout
- Rak
- Raketting
- Rakketalie
- Rakketros
- Rakring
- Ralijk
- Ram
- Ramhout
- Rammen
- Rampaard
- Rand
- Randgaar
- Randsoenkist
Toon meer
S
- Saaiem
- Saiek
- Salueeren
- Saluut
- Saluutschot
- Samenvloeing
- Samkyd
- Samoreus
- Sampan
- Sandaal
- Sas
- Satie
- Schaaf
- Schaal
- Schaar
- Schaarstokken
- Schacht
- Schade
- Schadeloos, schaêloos
- Schaffen
- Schafmeester
- Schakel
- Schaken
- Schalen
- Schalm
Toon meer
T
- Taan
- Tafelgeld
- Tak
- Takbout
- Takbouten
- Takel
- Takelaar
- Takelen
- Takelgaren
- Takeling
- Takelloods
- Tal
- Talie
- Taliën
- Taliereep
- Talreep
- Tanden
- Tandlasch
- Tanen
- Tang
- Tap
- Tapbeugel
- Tapbout
- Tarm
- Tartaan
Toon meer
U
- Uil (een) vangen
- Uitbijten
- Uitboegseeren
- Uitbouwen
- Uitbreken
- Uitbrengen
- Uitdiepen
- Uitdrijven
- Uitdroogen
- Uitenteren
- Uitgespat
- Uitgilling
- Uithalen
- Uithangen
- Uithijschen
- Uithoek
- Uithouder
- Uithozen
- Uitijzen
- Uitkaauwen
- Uitkijk
- Uitladen
- Uitlegger
- Uitleggershoofd
- Uitloodsen
Toon meer
V
- Vaan
- Vaarder
- Vaardig
- Vaart
- Vaartgeven
- Vaartuig
- Vaarwater
- Vaas
- Vaatjen
- Vaatwerk
- Vadem
- Val
- Vallen
- Valling
- Valluik
- Valpoort
- Valreep
- Valwind
- Vangen
- Vanglijn
- Varen
- Varensgezel
- Varensman
- Varken
- Varkenen
Toon meer