z.n.v. - Zeebaar of golf, is eene dier oneffenheden of ruggen, welke zich boven het woelende water vertoonen en door wind of stroom gevormd worden.
De wentelende baren en Door de baren overstelpt zijn.
Wat toren is zoo hoog, van waar mijn oogh de baren
Der zee kan overzien van al mijn wedervaren.
zegt Badloch by Vondel.
Spreekwijze: Geen baar (ook wel golf of zee) komt hem te hoog (of te na) (niets kan hem schaden).
Hy meent dat hem geen Baren te hoog kunnen gaan (dat hy voor niemand te wijken of te zwichten heeft). Zoo schrijft Hooft, “dat de Bondgenooten, wanende, dat hun geene zee te hoog mogte gaan, zich onderwonden met een nieuwe en ongelooflijke vermetelheid, een koningsgedeelte te vergen.”