b.w. - Aanhaken, enteren. Zich aan een ander vaartuig vasthechten, aan boord klampen.
Spreekwijze: Iemand aanklampen (iemand op eene, ’t zij onvriendelijke, ’t zij
althands lastige wijze aanspreken. Ook wel “iemand - doorgaands tegen zijn
zin - een arm geven”).