z.n.m. Houten mast, in den grond of in den bodem van het water geheid, om, ’t zij tot ondersteuning, ’t zij tot afsluiting, b. v. van een haven, te dienen.
Buiten de paal en binnen de paal liggen (buiten of binnen de haven liggen).Quam nu een visscher; die voor viermaelhondert
jaeren Heeft met zijn kleine boot het eenzaem IJ bevaeren,
Terwijl ’t nog ongetemt langs grasige oevers schoot,
En op geen breydel beet van paelen, ’t nat uit noot
Gewrongen in den mont, toen Amsterdam aen ’t groeien,
Dien onbepaelden loop en hoogmoet moest besnoeien.
Vondel.
Spreekwijze: zoo vast als een paal (omdat een paal, geheid zijnde, niet gemakkelijk van zijn plaats te brengen is.