Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie G
- Glanduleus
- Glans
- Glansbad
- Glansen
- Glanserts
- Glanshout
- Glanskool
- Glansloos
- Glansmachine
- Glanspapier
- Glanspunt
- Glansrijk
- Glansschubbigen
- Glanssteen
- Glansster
- Glansstijfsel
- Glanzen
- Glanzer
- Glanzig
- Glanzing
- Glariën
- Glarioogen
- Glas
- Glasaal
- Glasachtig
- Glasbak
- Glasblazen
- Glasblazer
- Glasblazersbank
- Glasboor
- Glasdraad
- Glasdruppel
- Glasgroen
- Glasgruis
- Glashard
- Glasharmonica
- Glashaven
- Glashelder
- Glashout
- Glaskern
- Glaskruid
- Glaslichaam
- Glaspapier
- Glasraam
- Glasschilder
- Glasschrijver
- Glastafel
- Glaswaren
- Glatik
- Glauberzout
- Glazebakje
- Glazen
- Glazenblaadje
- Glazendak
- Glazenmaken
- Glazenmakersbeitel
- Glazenspons
- Glazerig
- Glazig
- Glazuren
- Glazuur
- Glazuursel
- Glee
- Gleeën
- Glei
- Gleiergoed
- Gleis
- Gleiwerk
- Gleizen
- Gles
- Gletscher
- Gletscherbaan
- Gletscherpoort
- Gletschervloo
- Gletscherwijn
- Gleuf
- Glibberbaan
- Glibberen
- Glibberglad
- Glibberig
- Glibbertjes
- Glid
- Glidkruid
- Glijbaan
- Glijbank
- Glijboot
- Glijcontact
- Glijden
- Glijgewicht
- Glim
- Glimhout
- Glimkever
- Glimlach
- Glimlachen
- Glimmen
- Glimmend
- Glimmer
- Glimmeren
- Glimmerlei
- Glimp
