GLIMLACH, m. (-en), een lachende trek op het gelaat, een lachje een welwillende, een innemende, een spottende glimlach; een glimlach speelde door haar tranen heen; hij zag haar met een medelijdenden glimlach aan, met ironisch medelijden, voortspruitende uit een gevoel van eigen meerderheid; met moeite onderdrukte hij een glimlach; om zijne lippen speelde (zweefde) een glimlach. GLIMLACHJE, o. (-s).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk