GLASDRUPPEL, m. (-s), druppel gesmolten glas; inz zeer snel in water afgekoeld, glastraan;
...ELECTRICITEIT, v. (nat.) de electriciteit die het glas aanneemt, als het met zijde gewreven wordt, eertijds naam voor de positieve electriciteit (in tegenst. met harselectriciteit);
...ERTS, o. (nat. glanserts, zwavelhoudend zilver; ...FABRIEK, v. (-en), waarin glas gemaakt wordt;
...FRITTE, v. (glasbl.) aaneengebakken, gecalcineerde glasmassa;
...GAL, v. (glasbl.) meer of minder dunvloeiende zoutmassa, die zich aan de oppervlakte van de gesmolten glasmassa afscheidt;
...GLANS, m. glans van glas;
— (glasbl.) strooiglas;
...GORDIJN, o. raamgordijn (in tegenst. met overgodijn); inz. dunne gordijntjes die aan eene roede vlak voor het glas hangen, vaak alleen voor het benedengedeelte.