Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie G
- Gedrag
- Gedragboekje
- Gedragen
- Gedraging
- Gedragslijn
- Gedragsregel
- Gedrang
- Gedreig
- Gedrentel
- Gedresseerd
- Gedreun
- Gedreutel
- Gedreven
- Gedribbel
- Gedrieën
- Gedriehoekt
- Gedril
- Gedrink
- Gedrocht
- Gedrochtelijk
- Gedrochtelijkheid
- Gedrongen
- Gedroom
- Gedruisch
- Gedrukt
- Geducht
- Geduinte
- Geduivel
- Geduizend
- Geduld
- Gedulden
- Geduldig
- Geduldiglijk
- Geduldspier
- Geduldwerkje
- Geduren
- Gedurende
- Gedurfd
- Gedurig
- Geduriglijk
- Geduurzaam
- Geduurzaamheid
- Geduw
- Gedwaal
- Gedwarrel
- Gedwarsbalkt
- Gedwee
- Gedweep
- Gedweil
- Gedwing
- Gedwongen
- Gedwongenheid
- Geechauffeerd
- Geëerd
- Geef
- Geefachtig
- Geefdag
- Geefster
- Geëigend
- Geel
- Geelachtig
- Geelballen
- Geelbek
- Geelbessen
- Geelbies
- Geelbleek
- Geelbloem
- Geelblond
- Geelborstje
- Geelbruin
- Geelbuikje
- Geelgieten
- Geelgors
- Geelhaar
- Geelhart
- Geelheid
- Geelhoofdig
- Geelhout
- Geelijzersteen
- Geelkeeltje
- Geelkop
- Geelkoper
- Geelkoperen
- Geelkruid
- Geelpeld
- Geelrood
- Geelschimmel
- Geelsel
- Geelslang
- Geeltje
- Geelvink
- Geelwortel
- Geelzucht
- Geelzuur
- Geëmancipeerd
- Geëmployeerde
- Geëmporteerd
- Geëmpresseerd
- Geen
- Geenerhande