Definities van Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden in de Ensie V
- Van aangezicht tot aangezicht
- Van Alkmaar begint de victorie
- Van alle markten thuis zijn
- Van de bovenste plank
- Van de hak op de tak springen
- Van de hand in de tand leven
- Van de koude grond
- Van de naald tot de draad
- Van de nood een deugd maken
- Van de os op de ezel (springen)
- Van de oude stempel
- Van de prins geen kwaad weten
- Van de regen in de drop komen
- Van doen hebben
- Van een koude kermis, reis of markt thuiskomen
- Van een mug een olifant maken
- Van eeuwigheid tot amen
- Van eeuwigheid tot amen (duren enz.)
- Van haver tot gort
- van heinde en ver(re)
- Van het hondje gebeten zijn
- Van het houtje zijn
- Van het jaar nul
- Van het kastje naar de muur gestuurd worden
- Van het zuiverste water
- Van hetzelfde of van één allooi
- Van hoger hand
- Van hot noch haar weten
- Van iemand houden
- Van iemands gading zijn
- Van iemands hand vliegen
- Van kindsbeen af of aan
- Van leer trekken
- Van meet af aan
- Van nul en gener waarde
- Van ouder tot of op ouder
- Van Scylla in Charybdis vervallen of geraken
- Van stapel lopen
- Van streek zijn of raken
- Van stukje tot beetje
- Van twee wallen of walletjes eten
- Van wanten weten
- Van zessen klaar
- Van zgn stokje vallen of gaan
- Van zijn hart geen moordkuil maken
- Van zijn stuk
- Vandaag Hosanna, morgen kruist hem
- Vast in het zadel zitten
- Vee van Laban
- Veel beloven en weinig geven doet de gekken in vreugde leven
- Veel geschreeuw maar weinig wol
- Veel in de melk te brokk(el)en hebben
- Veel in zijn mars hebben
- Veel stof opjagen
- Veel vieren en vijven hebben
- Veel voeten in de aarde hebben
- Veel water vuil maken om iets
- Veld winnen
- Veranderd of omgekeerd zijn als een blad aan een boom
- Verboden vrucht
- Verbouwereerd zijn
- Verdrinken eer men water heeft gezien
- Verhuizen kost bedstro
- Verschillende pijlen, nog andere pijlen op zijn boog hebben
- Vette en magere jaren
- Vieze varkens worden niet vet
- Violen laten zorgen
- Vis noch vlees zijn
- Vis wil of moet zwemmen
- Voer voor psychologen (enz.)
- Voet bij stuk houden
- Voet geven aan —
- Volgens Bartjens
- Vonnis vellen of strijken
- Voor dag en dauw
- Voor de bakker zijn
- Voor de mast zitten
- Voor de poes zijn
- Voor de vuist
- Voor de(n) draad komen
- Voor een krats
- Voor een prikje
- Voor galg en rad opgroeien
- Voor geen klein gerucht(je) vervaard zijn
- Voor gek spelen
- Voor het vaderland weg
- Voor heter vuren gestaan hebben
- Voor iemand een gesloten boek zijn
- Voor iemand in de bocht springen
- Voor iemand of iets zijn neus optrekken, ophalen
- Voor iets of ergens het schibboleth (sjibboleth) zijn
- Voor iets opdraaien
- Voor spek en bonen meedoen
- Voor’t lapje gaan
- Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast
- Vrienden in de nood, honderd in een lood
- Vurige kolen op iemands hoofd hopen of stapelen