Definities van Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden in de Ensie E
- Een luistervink
- Een man een man, een woord een woord
- Een man horens opzetten
- Een menistenleugen of -streek
- Een mooie mos
- Een muggenzifter
- Een nieuwe lap op een oud kleed
- Een Nimrod
- Een noodzakelijk kwaad
- Een onbekookt plan
- Een onbeschreven blad
- Een onbestorven weduwe
- Een ongelikte beer
- Een ongelovige Thomas
- Een open deur of open deuren intrappen
- Een oud voerman hoort nog graag het klappen van de zweep
- Een panische schrik
- Een pilaarbijter
- Een plasdankje verdienen
- Een politieke tinnegieter
- Een Poolse landdag
- Een procrustesbed
- Een profeet die brood eet
- Een publiek geheim
- Een Pyrrhus-overwinning
- Een raar poteten
- Een raddraaier
- Een rare, vreemde, ruwe apostel
- Een razende Roeland
- Een recht-op-en-neer
- Een redenering van Jan Kalebas
- Een riem onder het hart steken
- Een roes hebben, zich een roes drinken
- Een rollende steen vergaart geen mos
- Een ruim geweten hebben
- Een scène maken
- Een schietgebed(je) doen
- Een schip aflopen
- Een schip met zure appelen
- Een schip op (het) strand, een baken in zee
- Een schip op het strand
- Een schotje voor iets schieten of steken
- Een schreefje voor hebben
- Een Simsonsverzuchting slaken
- Een Sisyphusarbeid
- Een slaatje uit iets slaan
- Een slag om de arm houden
- Een snoek vangen
- Een spaak in het wiel steken
- Een speldje bij iets steken
- Een standje maken
- Een steen des aanstoots
- Een stentorstem
- Een sterke knevel
- Een stille in den lande
- Een stoffel van een vent
- Een stokje voor iets steken
- Een storm in een glas water
- Een streep door de rekening
- Een streepje voor hebben
- Een stuk in zijn kraag hebben
- Een tang van een wijf
- Een tantaluskwelling
- Een tukje doen
- Een twistappel vormen
- Een uiltje knappen of vangen
- Een Uriasbrief
- Een vergeten burger
- Een vetje
- Eén vogel in de hand is beter dan tien in de lucht
- Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken
- Een vreemde eend in de bijt
- Een vreemdeling in Jeruzalem
- Een vrolijk Fransje, een vrolijke Frans
- Een wachter op Zions muren
- Een welversneden pen hebben
- Een werk van lange adem
- Een wet van Meden en Perzen
- Een wit voetje hebben bij iemand
- Een witte raaf
- Een wolf in schaapskleren of in een schapevacht
- Een Xant(h)ippe
- Een zak van een vent
- Een zak zout met iemand gegeten hebben
- Een zondagskind
- Een zwak hebben
- Eendracht maakt macht
- Eenvoud is het kenmerk van het ware
- Eerst in de boot, keur van riemen
- Effen is kwaad treffen
- Eieren kiezen voor zijn geld
- Eigen haard
- Eigen haard is goud waard
- Eigen lof stinkt
- elen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren
- Elf is het gekkennummer of het gekkengetal
- Elk is een dief in zijn nering
- Elk meent zijn uil een valk te zijn
- Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is
- Elkaar de bal toewerpen of toekaatsen