Gepubliceerd op 30-07-2020

Eigen haard is goud waard

betekenis & definitie

er gaat niets boven een eigen woning, een eigen tehuis. Reeds in Prov. Comm. (336). De haard geldt als het centrale deel van de woning, maar in dit zeer oude sprw. zal men het vooral hebben op te vatten als het blijvende gedeelte, immers in de tijd dat de huizen nog veelal van hout werden gebouwd als het enige dat van steen was. In Drente komt heerd zelfs voor in de zin van stamhuis, geslacht. In het Mnl. had heertstede ook de bet. van domicili; een belasting die te vergelijken is met de tegenwoordige personele belasting heette heertgeld, later haardstedengeld. Vgl. Eng. home is home, be it ever so homely; Hd. eigen Herd is Goldes werf, Fr. chaque oiseau trouve son nid beau; il n’est rien de tel que d’avoir un chez-soi.

< >