is de naam van de oorlog, die door Lodewijk XIV, koning van Frankrijk, in 1667 werd gevoerd om zich meester te maken van de Spaanse Nederlanden. Hij grondde zijn aanspraken op het devolutierecht.
Nu waren de Zuidelijke Nederlanden aan Spanje teruggevallen in 1621, toen Philips IV’s eerste vrouw (de moeder van Lodewijks gemalin Maria Theresia) nog leefde. Daarom begeerde Lodewijk XIV na de dood van zijn schoonvader (1665) het gezag in de Spaanse Nederlanden, zonder er op te letten, dat het devolutierecht geen publiekrecht, maar privaatrecht was, hetwelk slechts in enkele gewesten van de Zuidelijke Nederlanden gold. Bovendien had hij bij zijn huwelijk van alle aanspraken, daaruit op delen van de Spaanse monarchie voortvloeiende, afstand gedaan. Hij deed in Mei 1667 een leger de Zuidelijke Nederlanden binnenrukken, dat zich van verscheidene plaatsen meester maakte en bezette in datzelfde jaar het Vrijgraafschap Bourgondië (Franche-Comté), maar vergenoegde zich, toen Engeland, Nederland en Zweden de Triple-alliantie (zie alliantie) tegen hem sloten, bij de vrede van Aken (2 Mei 1668) met het veroverde gedeelte van Vlaanderen en Henegouwen: de steden Douai, Rijsel, Kortrijk, Charleroi en Doornik.Lit.: F. Mignet, Négociations à la Succession d’Espagne (Paris 1835-1842); A. Legrelle, La diplomatie française et la succession d’Espagne (Paris 1888-1892); H. Longchay, La rivalité de la France et de l’Espagne aux Pays-Bas (Bruxelles 1896); O. de Piépape, Histoire de la réunion de la Franche-Comté à la France (Paris 1881).