Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DRIEKEIZERENTENTE

betekenis & definitie

of Driekeizerbond is de politieke overeenkomst, die Bismarck in 1872 tussen Rusland, het Duitse Rijk en Oostenrijk-Hongarije tot stand bracht. Zij werd voorgesteld als een herleving van de Heilige of liever Grote Alliantie, maar op de keper beschouwd waren de bedoelingen van de betrokken mogendheden zeer verschillend.

De Duitse regering bedoelde er het isolement van Frankrijk mede en de handhaving van het Verdrag van Frankfort, de Russische: rugdekking met het oog op eventuele urgentie van het Balkanprobleem en de Oostenrijkse: handhaving van de status quo in Z.O.-Europa. Na een samenkomst van de drie keizers Wilhelm I, Frans Josef I en Alexander II op 11 Sept. 1872 te Berlijn, probeerde Rusland Bismarck te krijgen tot een defensieve militaire alliantie, waarin de laatste echter alleen wenste te bewilligen, wanneer Oostenrijk-Hongarije ook van de partij was. Gedurende het volgende jaar bleek de Donaumonarchie zich niet zóver van Engeland en Frankrijk te willen verwijderen en de voorkeur te hechten aan een vagere overeenkomst, waarbij de contractanten beloofden geen bondgenootschappen met anderen te sluiten en in geval van Europese conflicten zich met elkaar te zullen verstaan. 6 Juni 1873 kwam daarop in die bewoordingen een Russisch-Oostenrijks verdrag tot stand, waarbij Duitsland en Oostenrijk zich 22 Oct. aansloten. Door de Balkanoorlog van 1876-1878 echter en het daarop gevolgde Berlijns Congres werd het voortbestaan van de Driekeizerentente in hoge mate kwestieus. Ondanks het Duits-Oostenrijkse Verbond van 1879 (zie Alliantie, Driebond) gelukte het Bismarck 18 Juni 1881 de Driekeizerentente te vervangen door een drievoudig neutraliteitsverbond voor de duur van drie jaar, dat in 1884 eveneens voor driejaar verlengd werd, maar ten gevolge van de steeds scherper wordende Oostenrijks-Russische tegenstelling in zake Bulgarije in 1887 afliep (zie herverzekeringsverdrag).DR J. S. BARTSTRA

Lit.: A. F. Pribram, Die politischen Geheimverträge Oesterreich-Ungarns 1879-1914, I (Wien 1920; hierin tekst van het verdrag); H. Plehn, Bismarcks auswärtige Politik nach der Reichsgründung (1920); E. Brandenburg, Von Bismarck zum Weltkriege (1920); Th. v. Sosnosky, Die Balkan-politik Oesterreich-Ungarns (1914); Gr. Trubetskoy, Russland als Grossmacht (1913); M. Lenz, Deutschland im Kreis der Grossmächte (1925); J. V. Fuller, Bismarck’s diplomacy at its zenith (1922); N. Japikse, Europa en Bismarck’s Vredespolitiek (1925); W. L. Langer, European Alliances and Alignments (1871-1890) (1930).

< >