Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Berlijns congres

betekenis & definitie

was de bijeenkomst van de vertegenwoordigers der zes grote Europese mogendheden en van Turkije, die gehouden werd van 13 Juni tot 13 Juli 1878 te Berlijn. Het doel was de Balkanzaken te regelen na de opstanden van 1876 en de Russisch-Turkse oorlog van 18771878 (z Turkenoorlogen).

Reeds gedurende deze oorlog was een ernstige spanning ontstaan tussen enerzijds Rusland en anderzijds OostenrijkHongarije, dat door de Russische overwinning zijn Balkanbelangen bedreigd zag, en Engeland, dat vooral bezorgd was voor de veiligheid van zijn verbindingswegen met Indië. Nog voordat Rusland Turkije de vrede van San Stefano (3 Mrt 1878) had opgelegd, waarbij een groot Bulgaars rijk werd gesticht, dat de Russische invloed tot aan de Aegeïsche Zee en tot over Macedonië zou doen reiken, was vooral op aandrang van den Oostenrijksen minister van Buitenlandse Zaken, Andrdssy, tot een Europees congres besloten, waarbij von Bismarck beloofd had als „eerlijke makelaar” te zullen optreden en waartoe ook Rusland zich bereid had verklaard. De ergste oorlogsdreiging was trouwens reeds voor het congres geweken, doordat het aan den pas opgetreden Engelsen minister van Buitenlandse Zaken, Salisbury, gelukt was een overeenkomst met Rusland tot stand te brengen, die aan de voornaamste Engelse bezwaren tegen San Stefano tegemoet kwam. Toch waren er nog zaken genoeg te regelen.De voornaamste deelnemers aan het Berlijnse Congres waren: de Duitse rijkskanselier von Bismarck, die presideerde, de Engelse premier Disraëli en zijn minister Salisbury, Andrassy voor Oostenrijk-Hongarije, Gortsjakow, de Russische minister van Buitenlandse Zaken en Sjoewalow, de Russische ambassadeur te Londen. Von Bismarck accentueerde Duitslands belangeloosheid bij de kwesties van de Balkan en het Nabije Oosten; hij trachtte zoveel hij kon te bemiddelen tussen Oostenrijk-Hongarije en Rusland om de goede verstandhouding tussen de drie keizers te bewaren. In dit opzicht is hij niet erg geslaagd.

De belangrijkste besluiten van het Congres waren de volgende: Het grote Bulgaarse rijk, dat bij de vrede van San Stefano geconcipieerd was, verviel. Een vorstendom Bulgarije werd opgericht onder Turkse suzereiniteit, welks zuidelijke grens in het algemeen niet verder reikte dan het Balkangebergte. Ten Z. daarvan zou een autonome Turkse provincie met een Christen-gouverneur worden gevormd: Oost-Roemelië. Het kustgebied van de Aegeïsche Zee en Macedonië bleven Turks. Het Russische bezettingsleger in Bulgarije en OostRoemelië werd beperkt tot 50 000 man en zou negen maanden na de ratificatie van het verdrag moeten vertrekken. Een Russische keizerlijke commissaris zou voorlopig Bulgarije besturen.

Roemenië werd als onafhankelijke staat erkend; het stond aan Rusland af het gebied van Bessarabië, dat het in 1856 verworven had, en kreeg in ruil daarvoor de streek ten Z. van de Donaumond, de vrij onvruchtbare Dobroedsja. In Armenië verwierf Rusland Ardahan, de vesting Kars en de zeehaven Batoem; aan Perzië stond Turkije af Khotoer. De Turkse sultan beloofde hervormingen in Armenië en godsdienstvrijheid voor heel zijn rijk. Servië en Montenegro werden onafhankelijk verklaard en kregen uitbreiding van grondgebied: Servië de streek van Nisj en Montenegro o.a. een toegang tot de Adriatische Zee. OostenrijkHongarije zou Bosnië en Herzegowina bezetten en besturen; ook mocht het troepen leggen in de Sandsjak Novibazar (om zijn verbindingswegen naar de Aegeïsche Zee te beveiligen en de aaneensluiting van Servië en Montenegro te voorkomen). Aan Griekenland zegde Turkije uitbreiding van gebied toe, die in 1880 ook gekomen is.

Engeland had zich reeds voor het congres bij het afzonderlijke verdrag met Turkije van 4 Juni verzekerd van Cyprus en van het recht om Klein-Azië te helpen verdedigen tegen een eventuele aanval van Rusland. In overeenstemming met het Engelse belang werd ook de bepaling van het verdrag van Londen van 1871, waarbij aan vreemde oorlogsschepen de doortocht door de Zeestraten verboden was, gehandhaafd.

Door het verdrag van Berlijn is het Russische overwicht op de Balkan, dat met het verdrag van San Stefano gevestigd scheen, opgeheven en is eerder een soort evenwicht tussen de Oostenrijkse en de Russische belangensferen geschapen. Engeland zag hierdoor zijn belangen gewaarborgd en terecht kon Disraëli, die weldra verheven werd tot Lord Beaconsfield, bij zijn terugkeer te Londen verklaren, dat hij te Berlijn ,,peace with honour” verworven had. In Rusland, waar de publieke opinie tevoren hoge verwachtingen in Panslavistische zin had gekoesterd, was de teleurstelling groot, hoewel de winst toch nog niet zo gering was. Vooral von Bismarck kreeg de schuld, dat hij het Russische standpunt te Berlijn niet voldoende verdedigd had. De slechtere verstandhouding tot Rusland bracht Oostenrijk-Hongarije en Duitsland tot aaneensluiting: het Tweevoudig Verbond van 1879. Dit werd het begin van de verdeling van Europa in twee kampen, waaruit later Wereldoorlog I is voortgekomen.

PROF. DR TH. J. G. LOCHER

Lit.: Medlicott, The Congress of Berlin and after (1938); Seton - Watson, Disraeli, Gladstone and the Eastern Question (1935); Sumner, Russia and the Balkans (1937); Holborn, Aufzeichn. u. Erinn. aus dem Leben d. Botschafters Joseph Maria von Radowitz (1925), hfdst. 16.

< >