Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

FRANS

betekenis & definitie

(Duitsland)

naam van twee duitse keizers.

Frans I (keizer van 1745-1765), ook Frans Stefanus genaamd, hertog van Lotharingen en groothertog van Toscane (Nancy 8 Dec. 1708 Innsbruck 18 Aug. 1765), was de oudste zoon van Leopold, hertog van Lotharingen en werd te Wenen aan het hof van Karel VI opgevoed. Na da dood zijns vaders aanvaardde hij de regering over Lotharingen, dat hij in 1735 tegen het bestuur over het groothertogdom Toscane aan Stanislaus Leszcynski, de schoonvader van Lodewijk XV, afstond, na wiens overlijden het voor altijd met Frankrijk zou worden verenigd. 12 Febr. 1736 trad hij in het huwelijk met Maria Theresia, oudste dochter van keizer Karel VI. In 1737 overleed Giovanni Gasto, de laatste groothertog van Toscane uit het Huis Medici, en Frans werd zijn opvolger. Na de dood van Karel VI (1740) benoemde zijn gemalin hem tot mederegent over de Oostenrijkse landen, en na de dood van Karel VII werd hij 4 Oct. 1745 te Frankfort tot Rooms-Duits keizer gekroond. Noch als zodanig, noch als militair speelde hij enige rol van betekenis.

Lit.: Von Arneth, Gesch. Maria Theresias (10 dln, 1863-’79); Fromm, Die Kaiserwahl F. I (1883).

Frans II (keizer van 1792-1806), of Frans I als keizer van Oostenrijk (1804-1835) (Florence 12 Febr. 1768 - Wenen 2 Mrt 1835), was de zoon van keizer Leopold II en van Maria Louise (een dochter van Karel III, koning van Spanje). Hij ontving zijn eerste opvoeding te Florence, en begaf zich in 1784 naar Wenen, om zich onder leiding van zijn oom Jozef II te ontwikkelen. 1 Mrt 1792 volgde hij zijn vader op in de Oostenrijkse erflanden, 14 Juli van dat jaar als Rooms keizer. Van 1792-1815 voerde hij bijna onafgebroken oorlog met Frankrijk (s Franse Revolutieoorlogen en Napoleontische oorlogen). Na de oprichting in 1806 van het Rijnverbond legde Frans, die zich reeds in 1804 als Frans I tot eerste erfelijke keizer van Oostenrijk verklaard had, de Duitse keizerskroon neder. Na de oorlog van 1809 beproefde hij met Napoleon I in betere verstandhouding te komen en gaf hem zijn dochter Marie Louise tot vrouw. Sedert 1815 was keizer Frans koning van het Lombardisch-Venetiaans koninkrijk en president van de Duitse Bond. In deze laatste periode van zijn regering vormde zijn rijk onder leiding van von Metternich het bolwerk der Europese reactie. Door zijn verregaand conservatisme — hij verbood zijn kanselier von Metternich zelfs de zo noodzakelijke technische verbeteringen in de administratie van zijn landen in te voeren — was Frans I er persoonlijk de schuld van, dat zijn rijk in de tweede helft van de 19de eeuw in verval geraakte. Hij is viermaal gehuwd geweest en zijn tweede gemalin, Maria Theresia, prinses van Sicilië, schonk hem 13 kinderen. Een daarvan werd zijn opvolger Ferdinand I.

Lit.: Springer, Gesch. Oesterreichs seit dem Wiener Frieden (1809) I (1863); Meynert, Kaiser F. I (1872); Schlitter, F. I, und die Napoleoniden (1888); Wertheimer, Die drei ersten Frauen des Kaisers F. (1893); Wolfsgruber, F. I, Kaiser von Oesterreich (2 dln, 1899); Fournier, Oesterreich und Preuszen in 19. Jahrh. (1907); Bibel, Der Zerfall Oesterreichs, I Kaiser F. und seine Erbe (1922).

(Frankrijk)

naam van twee koningen van frankrijk.

Frans I (koning van 1515-1547) (Cognac 12 Sept. 1494 - Rambouillet 31 Mrt 1547), was de kleinzoon van de tweede zoon van Lodewijk van Orleans en door zijn huwelijk met Lodewijk XII’s oudste dochter Claudia de eerste koning uit het Huis Valpis-Angoulême. Hij was een losbol, maar door zijn intelligentie en ridderlijkheid ging grote bekoring van hem uit. Het belang van zijn regering ligt hierin, dat hij het koninklijk gezag bevestigde, de strijd tegen Karel V’s wereldrijk volhield en de cultuur der Renaissance in Frankrijk tot heerschappij bracht. De Italiaanse politiek van zijn voorganger zette hij voort. In de slag bij Marignano (13 en 14 Sept. 1515) versloeg hij de Zwitsers in dienst van Maximiliaan Sforza, hertog van Milaan, en veroverde die laatste stad. De paus dwong hij tot het Concordaat van 1516, waarbij de benoeming van alle prelaten in Frankrijk aan de koning kwam: daardoor werd ook de aristocratie nog meer van de koninklijke macht afhankelijk. Karel V erkende hij in hetzelfde jaar als koning van Spanje en van Napels, waartegenover zijn rechten op Milaan werden erkend (Verdrag van Noyon), maar toch moest de rivaliteit tussen beide mededingers naar de opperheerschappij over Europa worden uitgevochten in vier zware oorlogen. De eerste (1521-1526) brak uit, omdat Frans I na de dood van Karels grootvader van vaderskant, keizer Maximiliaan I, meegedongen had naar de keizerskroon, gesteund door paus Leo X en door onderscheiden Duitse vorsten, die de suprematie van het Huis Habsburg vreesden. In 1520 hadden Frans en Karel beiden de gewenste vriendschap van Hendrik VIII van Engeland trachten te verwerven („Goudlakenkamp” op de grens van het Engelse gebied tussen Guines en Ardres), wat aan Karel gelukte. De eerste oorlog werd door de keizer gewonnen, zowel door het verraad van de Connétable de Bourbon, als door de ontzettende nederlaag bij Pavia (25 Febr. 1525), waardoor Milaan verloren ging en Frans zelf gevangen genomen werd. Nu moest hij de Vrede van Madrid (1526) ondertekenen, waarbij hij niet alleen zijn rechten op Milaan en Napels en de leenhoogheid over Vlaanderen en Artois op moest geven, maar ook beloven moest Bourgondië af te staan. Na zijn terugkeer uit de krijgsgevangenschap echter, gedurende welke zijn moeder, Louise van Savoye, regentes was, brak hij deze belofte, doordat de Staten van Bourgondië er tegen protesteerden, van Frankrijk losgemaakt te worden. Nu sloot Frans met Hendrik VIII van Engeland en paus Clemens VII, die beiden de hegemonie van Karel V vreesden, „de Heilige Ligue van Cognac” (22 Mei 1526), waarbij ook Venetië, Florence en Milaan zich aansloten. In de tweede oorlog (1526-1529) werd Rome door de keizerlijken geplunderd en Napels door de Franse generaal Lautrec — echter tevergeefs — belegerd. Het gevolg was de Damesvrede van Kamerijk (3 Aug. 1529) tussen de moeder van Frans en Karels tante Margaretha van Savoye, landvoogdes der Nederlanden: Karel berustte in het gemis van Bourgondië, maar Frans stond alle invloed in Italië af en verplichtte zich tot zware betalingen. In 1530 huwde hij met Karels zuster Eleonora van Oostenrijk, koningin-weduwe van Portugal (kinderloos huwelijk).

Dat de vrede echter niet definitief zou zijn, bleek gedurende de zes volgende vredesjaren uit de machtsversterking des keizers in Italië, de voortgaande goede betrekkingen van Frans met Engeland, de samenwerking van Frankrijk met de Turkse sultan Soleiman en met de Duitse Protestantse vorsten. De aanleiding tot de derde oorlog (1536-1538) vormde het bondgenootschap tussen Frans Sforza, hertog van Milaan, met Karel V.

Maar een inval in Provence mislukte en paus Paulus III bracht door bemiddeling de tweejarige wapenstilstand van Nizza (18 Juni 1538) tot stand. Nu scheen de strijd afgelopen. Bewezen was, dat de keizer Frans niet overwinnen kon. De laatste was in het vooruitzicht gesteld, dat een zijner zoons met Milaan beleend zou worden, als het huis Sforza uitstierf. Toen Gent in opstand gekomen was, vergunde Frans zijn rivaal door Frankrijk te reizen, om te eerder zijn onderdanen te kunnen tuchtigen. Ook begon Frans in zijn land de Hervormden scherp te vervolgen (sedert 1540), omdat hij inzag, dat hun leer schadelijk voor het absolutisme was. Toch brak nog een vierde oorlog uit (1541-1544), omdat Karels zoon Filips hertog van Milaan werd. Dat Hendrik VIII in deze laatste oorlog weer de zijde des keizers koos, bewees, dat de balans niet langer ten voordele van de laatste doorsloeg. Juist door dat bondgenootschap echter — waartegen voor Frans als bondgenoten sultan Soleiman en hertog Willem van Kleef en Gelder, lid van het Schmalkaldisch Verbond, stonden — beleefde Frans een aantal gevaarvolle momenten. Wel is waar behaalden zijn legers aanvankelijk in Italië allerlei successen en wonnen ten slotte zelfs de belangrijke slag bij Cerisole in Piémont (14 Apr. I544), maar keizer Karel drong tot aan de Marne door en Hendrik VIII belegerde Boulogne. Slechts doordat de laatste weigerde dieper Frankrijk in te trekken, moest Karel toch nog terug en sloot hij de afzonderlijke Vrede van Crespy in Valois (18 Sept. 1544) met ongeveer dezelfde bepalingen als de Damesvrede. De Milanese kwestie bleef onbeslist. Frans beloofde zich niet langer te verzetten tegen het bijeenkomen van een algemeen concilie. Karel kreeg daardoor zijn handen vrij tegen de Duitse Protestanten. Engeland sloot pas twee jaar later vrede (te Ardres, 1546): het beloofde Boulogne tegen een grote som gelds te zullen teruggeven.

Frans I gaf het eerst aan het Franse koningschap zijn uiterlijke praal. De grootste kunstenaars der Italiaanse Renaissance, zoals Leonardo da Vinci en Benvenuto Cellini, riep hij aan zijn hof. Hij liet zich herhaaldelijk schilderen door Clouet. Onder zijn regering verrezen de prachtige kastelen te Blois, Chambord en Fontainebleau. Dat alles verslond schatten, maar ruïneerde ook de adel, waarvan een gedeelte in hofadel begon te veranderen. Onder hem begon aan het hof de vrouwenregering, maar zijn bekendste minnares Anne van Pisseleu, hertogin van Étampes, wordt geprezen als „la plus belle des savantes, et la plus savante des belles”. Zijn zinnebeeld was een salamander in het vuur, waaronder de zinspreuk: Nutrisco et extinguo. Frans I werd opgevolgd door zijn tweede zoon Hendrik II (1547-1559).

DR J. S. BARTSTRA

Lit.: Catalogues des actes de François I er (10 dln. 1888-1908) ; Mignet, Rivalité de François I et de Charles Quint (2 dln, 1875) ; G. Hanotaux, Le pouvoir royal sous François I (in: Etudes hist. sur le XVIe et le XVI le siècle (1886) ; F. De crue, La cour de Fr. I (1888); J. Ursu, La politique orientale de François I (1908); Louis Madelin, François I (1937) ; Henbi, F. I et le mouvement intellectuelen France (Lausanne 1913) ; R. Doucet, Etudes sur le gouvernement de François I dans ses rapports avec le parlement de Paris (1926).

Frans II (koning van 1559-1560) (Fontainebleau 19 Jan. 1544 - Parijs 5 Dec. 1560), de oudste zoon van Hendrik II en Catharina de Medici en reeds op zijn veertiende jaar gehuwd met Maria Stuart, dochter van Jacobus V, koning van Schotland. Door haar kregen de Guises, een zijlinie van het Lotharingse hertogengeslacht, waarvan het hoofd Frans van Guise reeds onder Hendrik II als bekwaam legeraanvoerder grote invloed gehad had, het gezag in handen. Reeds in 1560 kwam het daartegen tot een samenzwering der Hugenoten (de samenzwering van Amboise, waarin ook Lodewijk van Condé betrokken was).

Lit.: Potiquet, La maladie et la mort de François II (1893); Belle val, Les fils de Henri II: François II (1898).

(Sicilië)

naam van twee koningen der beide sicilien (z Bourbon, 2 en tabel III).

Frans I, Januarius Jozef (Napels 19 Aug. 1777 - 8 Nov. 1830), zoon van Ferdinand I en van aartshertogin Maria Carolina, een dochter van keizerin Maria Theresia. Door de dood van een oudere broeder werd hij de troonopvolger. Uit zijn eerste huwelijk (1797) met aartshertogin Maria Christina (gest. 1802), een dochter van keizer Léopold I, stamt een dochter, Caroline (later hertogin van Berry); uit zijn tweede huwelijk met Maria Isabella van Spanje werden geboren zijn opvolger Ferdinand II, benevens vier andere zoons en zes dochters. Tweemaal nam hij voor zijn vader de regering waar: in 1812, toen onder Engelse pressie voor Sicilië een constitutie was aanvaard, en in 1820, nadat in Napels een opstand was uitgebroken, onder generaal Guglielmo Pepe. De prins bezwoer 13 Juli een grondwet, die met de Spaanse constitutie van 1812 overeenkwam, en zond de populaire generaal Florestan Pepe naar Sicilië, om aldaar het bedreigde gezag te handhaven. Maar hij bezat noch de bekwaamheid, noch de ernstige wil, om de nieuwe orde van zaken in stand te houden. Nadat hij in 1821 de zekerheid had, dat de Oostenrijkers naar Napels oprukten, om de absolute monarchie te herstellen, bleef hij werkeloos, en toen eerstgenoemden zich onder Frimont van zijn hoofdstad hadden meester gemaakt, verwijderde hij zich in stilte naar Caserta. Zijn bestuur als koning (1825-1830) was autocratisch, steunend op Oostenrijk. De binnenlandse toestanden waren zeer onbevredigend; de veiligheid liet alles te wensen over.

Lit.: Nisco, II reame di Napoli sotto Francesco I (1893).

Frans II (Napels 16 Jan. 1836 - Arco 28 Dec. 1894), zoon van Ferdinand II* en van prinses Christina van Savoye. Hij huwde in 1859 met prinses Maria Sofia van Beieren en volgde 22 Mei 1859 zijn vader op. Hij wilde geen hervormingen invoeren en de ontevredenheid nam toe, doordat hij weigerde zich aan de kant van Sardinië tegen Oostenrijk te stellen. Na de Oostenrijkse nederlagen in Noord-Italië en de groei der eenheidsbeweging, begon de omwenteling 4 Apr. 1860, maar werd in Palermo, Messina en Catania eerst onderdrukt. Toen landde Garibaldi 11 Mei op Sicilië. 6 Juli viel Palermo en 8 Juli was het eiland, uitgezonderd de citadel van Messina, geheel voor hem verloren. De benoeming te Napels van een liberaal kabinet (28 Juni), het weer invoeren der grondwet van 1848, de belofte van gehele amnestie en een nationale politiek kwamen te laat. In Aug. stak Garibaldi naar het vasteland over en het volk ging tot hem over, de troepen boden slechts zwakke tegenstand. De ministers en zelfs de eigen ooms van Frans II traden in verbinding met de opstand. Daarom moest hij 16 Sept. 1860 met de trouw gebleven 40 000 man Napels verlaten en tot achter de Volturno wijken. Hij gedroeg zich dapper, toen hij in Gaeta ingesloten was, maar moest na het vertrek der Franse vloot 13 Febr. 1861 de stad ontruimen. Hij verliet zijn rijk en woonde tot 1870 te Rome in het paleis Farnese, daarna in Beieren en later vooral in Parijs.

Lit.: Nisco, Francisco II rè (1888); De Gesare, La fine di un regno (3 dln, 3de dr., 1908-1909); Croce, Storia del regno delle due Sicilië (1926).