(1) is de naam van een der hoofdbindingen, die in de weverij worden toegepast. Het essentiële van deze binding is, dat de ketting- en de inslagdraden elkander zodanig kruisen, dat schuin over het goed lopende lijnen of ribben ontstaan.
(2, wapenkunde), chevron (Frans en Engels), Sparre (Duits) is een herautstuk, dat gevormd wordt door een halve band en een halve baar, gewoonlijk door de onderste helften, zodat de keper zich vertoont als een geopende passer met de punten omlaag, gelijk aan de chevron door korporaal en sergeant op de mouw gedragen. Veelvuldig komen voor drie of twee kepers boven elkander. Is het aantal even, dan spreekt men van gekeperd van 4, 6, 8 enz. stukken, zoals bijv. het wapen van het geslacht van Egmond, dat gekeperd is van 12 stukken.