is een overtreding van de wetten der chronologie of tijdrekenkunde. Zij doet zich voor, wanneer feiten, toestanden, personen, voorwerpen of denkbeelden geplaatst worden op tijdstippen der geschiedenis, waarop zij niet konden voorkomen.
Soms geschiedt dit door onkunde van den schrijver, schilder of regisseur, soms echter wordt het anachronisme als bewust kunstmiddel toegepast, hetzij om voor de verbeelding een bepaalde sfeer van vrijheid ten opzichte van het uitgebeelde hoofdfeit te suggereren, hetzij om een komisch effect te bereiken.Anachronismen als vergissing vindt men soms bij de grootste dichters. Shakespeare laat een torenklok slaan in het antieke Athene, waar deze onbekend waren. Schiller laat in zijn Piccolomini van een bliksemafleider spreken anderhalve eeuw vóór hij werd uitgevonden. In Vondels Gijsbreght treedt Arent van Aemstel op, die in werkelijkheid reeds overleden was ten tijde van de geschetste stadsbrand bij de belegering van 1304. Middeleeuwse schilders scheppen, bewust of onbewust, een sfeer van onafhankelijkheid ten opzichte der tijdsorde, wanneer zij Golgotha afbeelden met een Vlaamse stad op de achtergrond of bijbelse personen kleden als burgers uit de Bourgondische tijd. Anachronismen ter bereiking van een humoristisch effect vindt men vaak in parodieën.
In onze letterkunde levert De Eneas van Virgilius in zijn Zondagspak van Willem Focquenbroch reeds in de titel een voorbeeld. Men zie ook de komische beschrijving van den Enkhuizer Zeeman in Vondels Lof der Zotheid. Een mengsel van primitivisme en humor vertoont in dit opzicht Het Kindeke Jezus in Vlaanderen door Felix Timmermans. Een anachronistische roman is Te laat voor Bayard van Jan Walch, waarin een middeleeuwse ridder plotseling verplaatst wordt in het moderne gezelschapsleven en snelverkeer.
PROF. DR W. ASSELBERGS.