Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bordeaux

betekenis & definitie

is de hoofdstad van het Franse dep. Gironde en een van de mooiste steden van Frankrijk, halfcirkelvormig over een lengte van 6 km op de linkeroever der Garonne gelegen, 96 km boven haar mond.

Naar de bevolking is het de vierde stad van Frankrijk; zij telde in 1901: 238.237, in 1911: 261.678, in 1926: 256.026 en in 1936: 258.348 inw. De stad was aanvankelijk de marktplaats van de omgeving, le Bordelais. Eerst onder de Engelse overheersing ontwikkelde er zich overzeese handel met Londen, die door Vlamingen en Engelsen bedreven werd (vooral wijn). In de 17de eeuw was Bordeaux nog de mindere van Nantes. Eerst in de 18de eeuw ontwikkelde het zich door de handel op West-Indië. Echter ook nu weer waren het vreemdelingen, die hierin het grootste aandeel hadden (uit Guyenne, Languedoc, Bretagne, Ierland, Duitsland).Bordeaux, het oude Burdigala van de Galliërs, heeft een oude kern, gelegen op de heuvels du Puy Paulin en St André. In de middeleeuwen bestond het uit verschillende wijken, w.o. een Engels kwartier. In de 19de eeuw wordt de omvang van de stad aangegeven door de Boulevards, doch ze heeft zich sedertdien daarbuiten uitgebreid. Voorsteden zijn o.m. Caudéran (22.900 inw.), Bègles (20.989 inw.), Talence (20.380 inw.), Le Bouscat (17.653 inw.), Mérignac (17.034 inw.), Pessac (13.004 inw.), Cenon (10.087 inw.). Bordeaux is met La Bastide op de rechteroever door een grote, fraaie brug verbonden, van 1819-1821 gebouwd door Deschamps Sr. Bovendien is er een spoorwegbrug, welke tevens voor voetgangers is ingericht.

Het ouderwetse karakter van de stad (het Engelse kwartier is een doolhof van straten) verdwijnt meer en meer. De nieuwe stadsgedeelten, vooral aangelegd door de werkzame intendant van Guyenne, Aubert de Tourny, onder Lodewijk XV en in latere tijd, zijn regelmatig gebouwd. In de Jardin Public met Engelse parkaanleg is een botanische tuin. Mooi zijn ook het park Bordelais,in het N.W. gedeelte, de Place Gambetta, de Place de la Comédie en de Allée de Tourny. De kathedraal St André dateert uit de 11 de eeuw, is van 1868-1875 gerestaureerd en versierd met Gothische torens van 81 m hoogte. De kolossale klokketoren er naast (Pey Berland genaamd) heeft een klok van 11.000 kg.

De oude kathedraal St-Seurin en de Notre Dame zijn uit de 18de eeuw. Het oud-aartsbisschoppelijk paleis Ste Croix (uit de 10de eeuw) is sinds jaren ingericht als stadhuis. Het bevat een schilderijenverzameling.

Bordeaux is de zetel van een aartsbisschop en van de bestuurslichamen van het arrondissement en het departement. Het heeft een opperste gerechtshof, een handelsrechtbank, een Kamer van Arbeid, een Kamer van Koophandel. De in 1441 door paus Eugenius IV gestichte hogeschool heet thans Académie Universitaire, telt (1927) ruim 3600 studenten en bestaat uit vier faculteiten, waarnaast nog een vrije R.K. theologische faculteit. Bovendien vindt men er een Academie van Kunsten en Wetenschappen, een grote openbare bibliotheek met o.a. ruim 300 incunabelen en bijna 1200 handschriften, o.a. dat der „Essais” van Montaigne, een schilderijenmuseum, en sedert 1631 een zeevaartschool enz. De grote schouwburg, van 1755-1780 door Victor Louis gebouwd, is een der mooiste van Europa, en was in 1871 de zittingszaal der Nationale Vergadering.

Het voornaamste bestaansmiddel van Bordeaux is de overzeese handel. Na Marseille en La Havre is Bordeaux de derde haven van Frankrijk (1937: invoer 2,5 mill. ton; uitvoer 0,8 mill. ton). De invoer omvat steenkool, granen en oliehoudende zaden, petroleum, wol, suiker, hout, wijn, cellulose, brandewijn; de uitvoer o.a. wol, suiker, metaalwaren, chemische producten. Voor de uitvoer levert de omgeving de Bordeauxwijnen (1937: 48.000 ton), doch deze uitvoer is geringer dan de import van Portugese, Madeira- en versneden Spaanse wijn. Een ander uitvoerproduct vormt brandewijn, mijnhout en harsproducten uit de Landes, talk uit Ariège. Daarnaast is Bordeaux de invoerhaven voor Z.W.-Frankrijk: anthraciet uit Tonkin, aardolie, zwavel, kunstmeststoffen; verder tropische houtsoorten uit Aequatoriaal Afrika.

Verder heeft Bordeaux belangrijke handel in stokvis, aangebracht door Baskische en Bretonse vissers, in Bassens gedroogd en bestemd voor de Antillen, waar zij een der voornaamste voedingsmiddelen der zwarte bevolking vormt. Ook de opbrengst der sardinesvangst van La Teste en Arcachon wordt in Bordeaux verwerkt, en ook de uitvoer van oesters uit de banken in de bocht van Arcachon vindt via Bordeaux naar Engeland en Spanje plaats; de ingelegde sardines gaan vooral naar Engeland, Duitsland, Noord-Amerika en Argentinië.

Voor Wereldoorlog II had Bordeaux 60 lijndiensten, w.o. 24 op de koloniën (Marokko, West-Afrika, West-Indië enz.), die Bordeaux tot de invoerhaven van koloniale producten maken (invoer van aardnoten uit Senegal, suiker uit West-Indië, bananen uit Guinea). Voorts zijn er lijndiensten op Brazilië en de La Plata-havens; kustvaart wordt onderhouden met Engeland, Scandinavië en Spanje (aanvoer van ijzererts).

De haven wordt gevormd door de Garonne, aan de linkeroever waarvan, beneden de brug naar La Bastide, de kaden een lengte van bijna 3 km hebben. Voor de grootste schepen is een groot, door sluizen gesloten bassin gebouwd (bassin à flot) in de voorstad Bacalan, met een oppervlakte van 16 ha. Op de rechteroever liggen de kaden van Queyries (1200 m). Verder noordwaarts liggen de havenwerken van Bassens (vooral voor massagoederen als kolen, hout; hier bevindt zich ook een grote koelinrichting), in de nabijheid van de spoorweg naar Parijs. Hoewel grote schepen kunnen opvaren tot Bordeaux, lossen de grootste schepen een deel van hun lading te Pauillac. De aanlegsteigers te Pauillac-Trompeloup kunnen te allen tijde door schepen van 8 m diepgang worden aangelopen.

De voorhaven van Le Verdon dient vooral voor reizigers, die per spoor of per auto worden aangebracht. In 1937 liepen in de haven van Bordeaux bijna 1677 schepen binnen met een gezamenlijke inhoud van 2,6 mill. netto reg. ton, in Blaye 37 schepen (56.000 netto reg. ton), in Pauillac 110 schepen (445.000 ton).

De haven van Bordeaux heeft verschillende industrieën in het leven geroepen: suikerraffinaderijen, gebaseerd op de West-Ind. suiker, olieindustrie (op de Westafrikaanse aardnoten; fabriek van Calvé Delft te Coutras), meelfabrieken, biscuitfabrieken (o.m. te Talence), kunstmestfabrieken, chemische fabrieken (besproeiingsmiddelen voor de wijnbouw), glasfabrieken (gebaseerd op zand uit de Landes, o.m. te Arlac-Mérignac), metaal- en electrotechnische industrie, scheepswerven (Lormont, Queyries, La Bastide, Bacalan), petroleumraffinaderijen (Bec d’Ambès, Pauillac) en verder vooral ook likeurfabrieken.

Door spoorwegen is Bordeaux verbonden met Parijs, over Poitiers, Tours en Orléans (578 km) en in oostelijke richting met La Sauve (27 km). Door het Canal du Midi staat Bordeaux voor kleine scheepjes in verbinding met de Middellandse Zee. Er zijn grootse plannen om dit kanaal te vervangen door een nieuw „Canal des Deux Mers”, dat verbinding zal krijgen met de Gironde boven Bordeaux en met de havens en dat verder westelijk door zal lopen naar de Golf van Biscaje bij Arcachon; dit kanaal zal voor grote zeeschepen een nieuwe weg geven van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee; het zou niet alleen een handels-, maar ook een strategisch belang hebben te dienen. Een vlieghaven bevindt zich te Teynac op 6½ km van het centrale spoorwegstation.

PROF. DR H. J. KEUNING

Geschiedenis

Het Gallische Burdigala was de hoofdstad van de stam der Bituriges Vivisci, daarna van de Romeinse provincie Aquitania Secunda. Met deze provincie kwam het Christelijk bisdom Bordeaux, later aartsbisdom, overeen. Van 412-507 behoorde Bordeaux tot een West-Gotenrijk, dat zich aan weerskanten der Pyreneeën uitstrekte. In het laatste jaar werd het door de Frankenkoning Clovis veroverd. Van 732-735 waren de Arabieren er baas. Karel Martel heroverde het. In de 9de eeuw werden de graven van de Bordelais (de streek om Bordeaux) ook hertogen van Gascogne, nog later werd de stad evenals het genoemde hertogdom bij het hertogdom Guyenne ingelijfd. Sedert 1154 behoorde Bordeaux tot het leenrijk der Plantagenets, die ook in Engeland regeerden.

Nu werd de stad voor het eerst een belangrijke handelshaven. Pas op het eind van de honderdjarige oorlog — in 1452 — werd Bordeaux voorgoed bij het gebied der Franse koningen gevoegd. Nu kon het werk der samensmelting beginnen, wat echter nog dikwijls tot federalistische reacties aanleiding gaf, het laatst tijdens de Revolutie bij de bekende Girondijnen-opstand (1793-1794), onderdrukt door de Conventie-missionaris Tallien. Onder Napoleon I heerste er ten gevolge van het Continentale stelsel een heftige anti-Bonapartistische gezindheid, wat veroorzaakte, dat Bordeaux zich reeds op 12 Mrt 1814 voor Lodewijk XVIII verklaarde. Van Dec. 1870 - Apr. 1871 was Bordeaux hoofdstad van Frankrijk, van 3 Sept. - 7 Dec. 1914 weer, beide keren ten gevolge van het overwinnen der Duitse legers: de eerste keer tijdens de Frans-Duitse, de tweede keer tijdens Wereldoorlog I. Ook in Wereldoorlog II was de stad korte tijd zetel van de Franse regering.

In Juni 1940 hadden hier de bewogen gebeurtenissen plaats, die voorafgingen aan de instelling van de regering-Pétain en de Franse capitulatie. Later werd de stad door de Duitse troepen bezet. Op 23 Aug. 1944 werd Bordeaux door de Franse verzetsstrijders bevrijd.

Lit.: C. Jullian, Histoire de Bordeaux (1896), 2 dln; Ch. Bémont, Les institutions municipales de Bordeaux au moyen-âge, in Rev. Hist., dl 123 (1916); J. A. Brutails, Les vieilles église de la Gironde (Bordeaux 1912); P.

Camena d’Almeida, Bordeaux, métropole du Sud-Ouest (Bordeaux 1923); F. Mauriac e.a., Bordeaux dans la Nation Française (Bordeaux 1939); G. Plage-Burgade, Bordeaux historique et artistique, 2me éd. (Bordeaux 1943); Revue historique de Bordeaux et du Département de la Gironde.

Verdrag van Bordeaux

was een bevestiging van het verdrag, te Plessis-lès Tours door de afgevaardigden der Staten-Generaal met de hertog van Anjou gesloten, waarbij de eersten Anjou als heer erkenden. Bij het Verdrag van Bordeaux, 23 Jan. 1581 aangegaan, erkende de hertog, dat Holland, Zeeland en Utrecht volle vrijheid hadden zich, ondanks de souvereiniteit van de hertog, aan de prins van Oranje als hun bestuurder te onderwerpen (zie Anjou, Frans van).

Lit.: Muller et Diegerigk, Documents concern, les relations entre le Duc d’Anjou et les Pays-Bas, III.