is een toestand van onnatuurlijke, abnormale slaap waaruit men, in tegenstelling tot de natuurlijke slaap, niet door aanspreken, schudden, knijpen of andere zintuiglijke prikkels kan worden gewekt. De bewusteloosheid staat aan het eind van een reeks bewustzijnsstoornissen van toenemende ernst, waarbij men de toestand van de zieke resp. beschrijft als apathisch (zonder belangstelling), somnolent (slaperig), soporeus (versuft), comateus (bewusteloos).
Wanneer niet alleen het bewustzijn is verloren, maar de ademhaling en polsslag niet meer op eenvoudige wijze, doch slechts met bijzondere hulpmiddelen waarneembaar zijn, spreekt men van schijndood. Bij schijndood worden geen bewegingen gemaakt, terwijl bij bewusteloosheid wel onwillekeurige bewegingen mogelijk zijn en soms zelfs grote onrust bestaat.Een kortdurende bewusteloosheid kan ontstaan door een plotselinge vermindering van de bloedtoevoer naar de hersenen; men spreekt dan van een bezwijming of flauwte (Gr. syncopê = afhakking, plotseling verlies van kracht; eveneens Gr. lipothymie = lett.: heengaan van de energie). Mensen, die lang plat te bed hebben gelegen, vallen soms flauw indien zij plotseling proberen te staan of te lopen, doordat het vaatstelsel zich niet snel genoeg aan de veranderde omstandigheden aanpast; het bloed hoopt zich dan op in buik en benen. Reflectorisch kan een flauwte ontstaan, ook bij gezonde mensen, door een plotselinge vertraging van de hartslag en een verwijding van de bloedvaten in de buik; men spreekt dan ook van een vaso-vagale collaps. Deze wordt opgewekt door een emotie, schrik, het zien van bloed, door hevige pijn enz. In al deze gevallen gaat de bewusteloosheid snel voorbij of kan zij worden voorkomen, indien de patiënt plat wordt neergelegd of indien men, wanneer hij op een stoel zit, zijn hoofd diep naar beneden drukt, tussen de knieën, terwijl men hem aanspoort diep te zuchten.
Een ernstiger oorzaak van bewusteloosheid is groot bloedverlies (zie anaemie). Ook hier berust zij op een tekort aan bloed van de hersenen en ook hier doet plat neerleggen van de zieke, eventueel met de benen hoog en het hoofd laag, het bewustzijn gewoonlijk snel terugkeren.
Andere oorzaken van bewusteloosheid zijn hersenschudding, hersenkwetsing (schedelbreuk), hersenbloeding (door vaatziekten), sterke verhoging van de druk in de schedelholte (door gezwellen, bloedingen, ontstekingen of oedeem van hersenen en hersenvliezen), epileptische toevallen, allerlei vergiftigingen enz. Een opzettelijk teweeggebrachte bewusteloosheid is de narcose. Een langdurige, diepe bewusteloosheid ten gevolge van ziekte noemt men een coma. Behalve door de reeds genoemde oorzaken kan een coma ontstaan door vergiften, die in het lichaam zelf ontstaan, bijv. bij het coma diabeticum (zie suikerziekte) en in het eindstadium van nierziekten en leverziekten.
De behandeling van bewusteloosheid is natuurlijk geheel afhankelijk van de oorzaak. Bij bewusteloosheid na ongevallen moet men de lijder zoveel mogelijk horizontaal neerleggen; als het gelaat bleek is, moet het hoofd laag liggen; is het gelaat blauw of rood, dan legge men het hoofd hoog. Alle nauwsluitende kledingstukken moeten worden losgemaakt; men zorge voor toevoer van frisse lucht en zo nodig voor warme toedekking. Het verdient aanbeveling het hoofd opzij te leggen
1. omdat de tong dan niet zo gemakkelijk naar achteren zakt en de luchtweg afsluit;
2. omdat er kans is, dat de patiënt gaat braken; het braaksel loopt dan naar buiten, terwijl bij achterover liggend hoofd gemakkelijk aspiratie zou kunnen ontstaan.
Nooit mag men proberen een bewusteloze iets te laten drinken. De verdere behandeling moet worden overgelaten aan de arts. De terugkeer van het bewustzijn kondigt zich meestal aan door diepere ademhaling, zuchten, geeuwen, rood worden der lippen enz.
DR H. J. VIERSMA