Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KRACHT

betekenis & definitie

(1 natuurkunde). Volgens de wet der traagheid behoudt elk voorwerp, aan zichzelf overgelaten, de bewegingstoestand, die het heeft, d.w.z. het blijft in rust of heeft een eenparige rechtlijnige beweging.

Voor elke verandering der beweging, zowel in grootte als in richting, is dus een oorzaak nodig; deze oorzaak noemt men kracht. Als een kracht op een lichaam werkt, moet er een ander lichaam zijn, waarvan de werking uitgaat. Trekken wij bijv. met onze hand aan een touw, waaraan een voorwerp bevestigd is, dan is de spierkracht van onze arm de oorzaak der bewegingsverandering van het voorwerp. Een losgelaten voorwerp krijgt een beweging naar de aarde; daar dat overal op het aardoppervlak geschiedt, zoekt men de oorzaak in de aarde zelf; op elk lichaam werkt de zwaartekracht. Nadert men een stukje ijzer met een magneet, dan komt het ijzer in beweging; de oorzaak hiervan noemt men magnetische kracht. Een gewreven ebonieten staaf oefent een aantrekkende werking uit op lichte voorwerpen; men spreekt hier van een electrische kracht. Elke kracht is bepaald door de drie kenmerken: richting, grootte en aangrijpingspunt. Men kan daarom een kracht door een rechte lijn voorstellen, waarvan het beginpunt het aangrijpingspunt, de richting tevens de richting der kracht, en de lengte evenredig is met de grootte der kracht.Voor de eenheid van kracht z eenhedenstelsels.

(2, mechanica) staat volgens de dynamica gelijk met het product van de massa van een bewegend stoffelijk punt met de versnelling van dat punt; het is derhalve een vectorgrootheid, waaraan een grootte, een richting en een aangrijpingspunt te onderscheiden vallen. Werken op een punt twee krachten, dan kunnen deze door haar resultante vervangen worden, die wordt voorgesteld door de diagonaal van het parallelogram, dat op die beide krachten (de componenten) als zijden kan worden geconstrueerd (het parallelogram van krachten). Ook bij een stoffelijk stelsel spreekt men van krachten, waarbij men zich het stelsel uit afzonderlijke stoffelijke punten opgebouwd denkt (z bewegingsvergelijkingen).

De samenstelling van elkander snijdende, op een zelfde vast lichaam werkende krachten geschiedt door beide componenten naar het snijpunt te verplaatsen, terwijl de resultante van twee evenwijdige krachten gevonden wordt door de beide componenten evenwijdig aan zichzelf te verplaatsen naar een punt, waarvan afstanden tot die componenten omgekeerd evenredig zijn met de grootte daarvan, en ze vervolgens op te tellen, of, als zij van tegengestelde richting zijn, af te trekken. Voor het bijzondere geval, dat twee evenwijdige, tegengesteld gerichte krachten gelijk zijn z koppel, en voor de samenstelling van kruisende krachten z krachtenstelsel. Daar de versnelling de fluxie is van de snelheid, kan een kracht als de fluxie van de stoot of het stootvermogen worden opgevat.

Een geheel afwijkende betekenis heeft het woord kracht in de term levende kracht, waarmede de kinetische energie van een lichaam weleens wordt aangeduid (z dyname, dynamica, draaikracht, vectoralgebra en sterkteleer).

< >