Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

FLAUWTE

betekenis & definitie

of onmacht noemt men een plotseling wegzinken der krachten, waarbij de pols nauwelijks voelbaar kan zijn en de ademhaling oppervlakkig is. Het bewustzijn is tijdelijk geheel of gedeeltelijk opgeheven.

Aan het flauwvallen gaan gewoonlijk oorsuizing, duizeligheid of misselijkheid vooraf. De oorzaak van flauwte is veelal een ongewone gemoedsaandoening, ontstaan door het zien van iets vreselijks of walgingwekkends, door schrik en angst, door overspanning en uitputting van kracht, ook wel door bloedverlies of pijn. Men brenge de getroffene in een frisse, rustige omgeving en late hem plat liggen, daarbij te sterke afkoeling vermijdend. Wassen met koud water van hoofd, hals en polsen bevordert de terugkeer van het bewustzijn. Zolang iemand bewusteloos is, zijn pogingen om hem iets te doen drinken volkomen onjuist (z bewusteloosheid en collaps).

< >