Gepubliceerd op 22-11-2018

Opheffen

betekenis & definitie

Opheffen (hief op, heeft opgeheven), in de hoogte, opwaarts heffen, oplichten, optillen: iets van den grond opheffen; de handen, de oogen, het hoofd opheffen;

— (lig.) iem. tot zich opheffen, iem. die lager staat in rang, kennis enz. tot zijn gelijke maken; de roede is reeds boven hem opgeheven, hij staat op het punt gestraft te worden;
— (scheik.) opdrijven, zie aldaar;
vernietigen: krachten die elkander opheffen;
afschaffen, intrekken: eene wet, een maatregel, een beleg, een beslag opheffen;
— een faillissement opheffen, beëindigen;
— de zitting opheffen, schorsen, niet doen voortduren; eene school opheffen, sluiten.