Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Frankrijk

betekenis & definitie

Genieten van goede wijnen is een van de genoegens van de beschaafde samenleving. De grootste wijnen ter wereld komen uit Frankrijk, het middelpunt van de moderne beschaving, niet alleen voor de schone kunsten, maar eveneens voor de lagere kunsten van goed eten en drinken.

Wijn geeft inspiratie aan de kunstenaars: hij geeft een gelukkig gevoel aan wie hem drinken, hij symboliseert de Franse levenskunst en is een van de voornaamste bronnen van inkomsten in de agrarische sector.De geheimen van de wijnbereiding kunnen niet tot statistieken worden gereduceerd, evenmin als men een schilderij kan definiëren door de oppervlakte van het doek of de tijd die nodig was voor het schilderen aan te geven. Dat neemt niet weg dat men statistieken niet mag verwaarlozen.

Van de in cultuur gebrachte bodem in Frankrijk is 1,2 miljoen ha of 3,5% beplant met wijngaarden. Het grootste deel van deze druiven is bestemd voor de bereiding van wijn. De jaarlijkse produktie is op de volgende wijze verdeeld: 745 000 hl niet in wijn omgezet druivesap; 60 miljoen kilogram druiven die als fruit worden geconsumeerd en 85 miljoen hl wijn. Dit is grotendeels gewone wijn, terwijl ongeveer 10 miljoen hl als vin d’appellation contrôlée is geklasseerd. Om de overproduktie enigszins te verminderen is het wijnbouwoppervlak dat nu is gestabiliseerd, geleidelijk met 100 000 ha ingekrompen. Meer dan 6 miljoen Fransen voorzien direct of indirect in hun levensonderhoud of inkomen via de wijn.

Onder hen moeten nog geen 1,5 miljoen wijnbouwers worden gerekend. De anderen zijn handelaren, transporteurs, werknemers in loondienst die regelmatig in de wijnbouw werkzaam zijn, fabrikanten van flessen, wijnbouwmaterieel en bereidingsapparatuur, laboranten en een heel leger ambtenaren die niet alleen tot taak hebben de statistieken bij te houden, maar ook moeten toezien op de naleving van de reglementen die de kwaliteit van de wijn garanderen. Als men daar nog bijtelt degenen die de wijn samen met andere waren vervoeren, zoals de winkeliers die niet alleen wijn verkopen, kan men zeggen dat nog heel wat meer Fransen zonder dit produkt een minder goed bestaan zouden hebben.

Frankrijk exporteert ongeveer 8 miljoen hl wijn en importeert bijna het dubbele, voornamelijk uit de landen aan de Middellandse Zee. De Duitse Bondsrepubliek is zijn grootste afnemer, gevolgd door Engeland, de Benelux en de Verenigde Staten. Het doorsnee Franse gezin besteedt tussen 8 en 13% van zijn budget voor voedingsmiddelen aan wijnen; de consumptie per hoofd is een van de hoogste ter wereld: 86 liter per jaar. Deze hoeveelheid slaat dan nog alleen op fiscaal belaste wijnen. De consumptie ligt in feite nog veel hoger, als men rekening houdt met de wijnconsumptie van de wijnboer die, omdat er geen belasting op rust, aan de statistieken ontsnapt.

De wijn vertegenwoordigt dus een economische sector die voor Frankrijk van kapitaal belang is, een element van onschatbare waarde aan zijn bestaan en een enorme bron van deviezen. Maar in Frankrijk is de wijn veel meer dan dat: hij is bijna een levensstijl.

Geschiedenis van de wijn in Frankrijk

Voor de Romeinse overheersing maakten de Galliërs al wijn, vooral rond de Griekse kolonie Massilia (Marseille). De Romeinen verbreidden de kennis van de wijn over heel Gallië en leerden de Galliërs hetzij de wijnstokken te planten die ze voor hen aanvoerden, dan wel ze te snoeien of de wilde wingerd te ontwikkelen die waarschijnlijk in bepaalde streken van het land groeide.

De Romeinse provincie Gallië (thans de Provence) die geruime tijd voor Julius Caesar werd veroverd, was verbonden door handelswegen, waarvan er een van Béziers naar de Garonne liep (reeds in verbinding over zee met Bretagne, het huidige Groot-Brittannië), en de andere via Rhône en Saône tot de Moezel enerzijds en de Loire anderzijds. De koopwaar werd over het water vervoerd naar de haven van Chalon-sur-Saône en vandaar verder per wagen. De wijn reisde in aarden kruiken. Fragmenten van deze grote kruiken zijn teruggevonden in de bedding van rivieren en langs de wegen. Van de bodem van de Middellandse Zee heeft men te midden van gezonken scheepswrakken onaangebroken kruiken opgevist waarin nog resten van de vloeistof zaten; de nieuwe wijn van honderden jaren voor onze jaartelling. Het wijnvat werd reeds in de GalloRomeinse tijd uitgevonden.

Eeuwen later was het een geliefde bezigheid van Saint-Louis om in zijn vrije uren tonnen te maken. Op zijn tochten van het ene klooster naar het andere liet hij niet na de door de monniken bereide wijn te proeven.

Heel geleidelijk ontdekte en selecteerde men nieuwe, steviger rassen en de met wijngaarden beplante oppervlakte breidde zich uit in noordelijke richting. Eerst langs de oevers van de Rhône, vervolgens tot de Loire, Bretagne en het Ile-deFrance. Reeds in de vroege middeleeuwen, nog vóór de wijnen uit Gascogne, ontving Londen Rijnwijnen en Franse wijnen - dat wil zeggen uit de omgeving van Parijs - die zeer werden gewaardeerd. Daarna, met het groeien van de vraag, gingen de Engelse schepen wijn halen in La Rochelle, Angers en Saumur. Ook Rouen was toen een bedrijvige haven. Argenteuil, dat aan de impressionisten uit het eind van de 19de eeuw een hernieuwde beroemdheid te danken heeft, was 600 jaar eerder al befaamd om zijn wijnen die prijkten op de tafel van Philippe-Auguste.

Alvorens mousserende wijn te worden, deelden de wijnen uit Champagne ongetwijfeld hetzelfde lot als die uit de Ile-de-France. Tegen het eind van de 18de eeuw waren Saint-Evremont en andere schrijvers vol lof voor de gewassen van Reims, Ay en Epemay.

De wijnen uit die tijd bevatten minder alcohol en waren minder houdbaar dan die waaraan wij gewend zijn. De lichte rode wijn uit Gascogne, de Clairet, werd in de 16de eeuw in vaten verzonden en geconsumeerd in het jaar volgend op dat van de oogst. In 1352 konden de Londenaren in een edict lezen: ‘...de oude wijn uit Bordeaux vermengen met jonge wijn uit Bordeaux is verboden, als een schade berokkend aan de koning en aan het volk.’ Gezien het feit dat men in die tijd de wijn bewaarde in vaten die poreus waren, kon men hem niet laten rijpen, want hij werd al gauw verschaald, dus onaangenaam van smaak. Heel wat Franse wijngoederen behoorden toe aan de Kerk; de monniken sloofden zich bijna evenzeer uit voor de verbreiding van de wijn als voor die van het Evangelie, en het kwam zelfs zo ver dat hun wijn een belangrijke bron van inkomsten werd. In Bourgondië waakte de hertog al even scherp over de wijn als de monniken. Heel wat hertogen van Bourgondië verstonden de kunst reclame te maken voor hun wijnen.

Vele jaren lang werden ze voornamelijk gedronken in Frankrijk en Vlaanderen (dat destijds was verbonden met Bourgondië en een hof had in Brussel). Veel later waren het de Hugenoten, die uit Frankrijk wegtrokken bij de opheffing van het Edict van Nantes, die de wijnen uit Bourgondië bekendmaakten in Zwitserland en Duitsland. Omstreeks 1750 richtten zij in Nederland de eerste handels- en makelaarsondernemingen in wijn op.

In Bordeaux werd de wijn verbouwende burgerij steeds welvarender en mächtiger. De hele Honderdjarige Oorlog lang en ook daarna bleef Engeland hun voornaamste klant. Daarna nam Holland de eerste plaats in voor de witte wijnen. In de tijd van de Tudors begonnen de Engelsen meer bier en Sack (Spaanse wijn) te drinken. De Bordeaux kwam niet meer zo vrij Engeland binnen en was duurder. Maar de smokkelhandel wist te voorzien in de behoefte aan Clairet, zelfs toen ze met hoge douanerechten werden belast als uitvloeisel van het verdrag van Methuen, dat speciale voorrechten toekende aan de Portugese wijnen.

De oorlogen die zich afspeelden op Frans grondgebied teisterden de wijngoederen, maar de vrede was nog niet getekend of ze werden met verbetenheid weer opgebouwd. In de loop der eeuwen hebben de wijnboeren hoogte- en dieptepunten gekend. Ondanks veldslagen en doortrekkende troepen zijn boeren en monniken (en ook mensen van adel) blijven waken over hun wijngaarden en zijn ze doorgegaan met de wijnbereiding, terwijl ze hun methodes steeds beter aanpasten aan de plaatselijke omstandigheden. In Bordeaux snoeide men kort, aan de Rhône daarentegen lang; in de Sauternes liet men de druiven rotten aan de planten alvorens ze te plukken. Dom Pérignon ontdekte, zo vertelt men, dat kurk een voortreffelijke stop kan opleveren, en ook nog een manier om wijn mousserend te maken; de wijnboeren uit Château-Chalon spreidden hun druiven uit op bedden van stro om ze in de herfstzon te laten drogen. In andere delen van de wereld vonden andere wijnbouwers een zelfde soort methodes, maar nergens heeft men deze technieken met zoveel vertrouwen en volharding in praktijk gebracht als in Frankrijk.

De wijngebieden in geen enkel land ter wereld geven een zo grote verscheidenheid van klimaat en bodem te zien. Men hoeft zich dus niet te verwonderen dat Frankrijk ook de grootste verscheidenheid aan grote wijnen van de hele wereld produceert.

Het is niet zonder inspanning en inzinkingen dat de traditie van de Franse kwaliteitswijnen tot stand is kunnen komen. De inspanningen die de hertog van Bourgondië zich getroostte om de ‘eerloze gaamez’ uit te bannen (de Gamay die past bij de Beaujolais maar de wijn uit de Côte-d’Or geen eer aandoet), vormen maar een klein onderdeel van de wederwaardigheden uit deze niet aflatende strijd. Het gevecht tegen de meest uiteenlopende vervalsingen is een ander chapiter. De strikte toepassing van de wetten op de appellation contrôlée zou daaraan een eind moeten maken, maar het aantal veroordelingen dat jaar in jaar uit weer wordt uitgesproken toont wel aan dat niet alle Fransen zijn bezield met dezelfde wil om zich in te zetten voor de beste kwaliteit. En toch zijn hun werkomstandigheden van het moment wel de ondankbaarste die ze ooit hebben gekend.

In onze tijd vraagt men steeds meer van alles, sneller en goedkoper. Als er één ding is dat hier niet aan kan voldoen is het wel de wijn. Men kan hem goedkoop maken, maar dan wordt het geen kwaliteitswijn; men kan hem in grote hoeveelheden maken, maar dan kan het geen grote wijn worden. Relatief weinig produktieve wijnplanten en die men het kortst snoeit om alle energie van de plant te richten op de kwaliteit ten koste van de kwantiteit zijn ook de planten die de beste wijnen opleveren. Wijnbouwers weten dat kwaliteit en kwantiteit niet samengaan.

Een tweede tendens die in het nadeel van de wijnbouwer werkt: het vertrouwen van het publiek in constante produkten. Alle wijnen verschillen van jaar tot jaar; men kan ze standaardiseren door aanmenging, maar men vindt in een mengkuip nooit een standaardwijn van de hoogste kwaliteit. De gewone wijnen uit Zuid-Frankrijk en Algerije kunnen beslist prettig zijn als begeleiding van de dagelijkse maaltijd, maar zich daarvan te bedienen voor de vermenging met betere wijnen doet hun geen recht... en de consument al evenmin.

En dat is de vraag die zich opdringt: zullen de grote wijnen deze tendens overleven? De Franse wijnbouwers zijn van mening dat ze kunnen vasthouden aan de traditie, en de bewonderenswaardige wetgeving op het punt van de appellation d’origine contrôlée versterkt hen in deze overtuiging. Heel wat wijnliefhebbers, in Frankrijk zowel als in het buitenland, steunen hun inspanningen die ten doel hebben de oude, hoge kwaliteitsnormen in stand te houden door, meer dan ze ooit tevoren hadden gedaan, belangstelling te tonen voor de grote wijnen. Anderen, wat pessimistischer, herinneren aan het feit dat de lonen stijgen en het materieel duurder wordt, hetgeen het maken van grote wijnen wellicht economisch onmogelijk zal maken, temeer daar zelfs een korte periode van koud weer de wijnboeren kan ruïneren en de beste wijngoederen kan verwoesten.

Gelukkig voor Frankrijk is de reputatie van zijn wijnen zo stevig gevestigd in de hele wereld, dat zij de premie kan laten betalen die nodig is om hun suprematie te beschermen. De aanzienlijke prijzen die de beste Franse wijnen kunnen bereiken lijken een betrouwbare garantie dat zij het tijdperk van de mechanisering kunnen overleven.

Wijnbouwgebieden in Frankrijk

Frankrijk is verdeeld in 95 departementen en in twee derde daarvan verbouwt men wijn met het doel de opbrengst ervan te verkopen. Iedere wijn is het resultaat van een gegeven bodem en klimaat, van het druiveras waarmee hij is bereid, van de mensen die hem maken en hun beroepstradities. Al deze factoren verschillen. De geschiedenis van de wijn in Bourgondië zou niet dezelfde zijn zonder de Cisterciënzers en de Revolutie; de ontwikkeling van de wijnbouw in het land van Bordeaux is lange tijd afhankelijk geweest van zijn nauwe banden met Engeland. De Champagne is van zijn ontstaan af verbonden met de ontdekking - door Dom Pérignon of iemand anders - van de secundaire gisting op fles; de wijnen uit de Rhônevallei danken een goed deel van hun succes aan een uitzonderlijk man: baron Le Roy de Boiseaumarié. De Franse wijnen mogen dan talrijk zijn, de grote wijngebieden zijn het een heel stuk minder.

Hier volgen de belangrijkste:

Bordeaux

Het meest uitgestrekte en produktieve van de grote Franse wijngebieden. De rode (vroeger Clairet, en in het Engels Claret) uit de Haut-Médoc, de Graves, SaintEmilion en Pomerol; de witte, zoet en rijk uit Sautemes en Barsac en de droogste uit Graves heeft men over de hele wereld geïmiteerd, maar zelfs de beste van deze imitaties bereiken nooit hun klasse.

Bourgogne

De wijnen uit dit gebied zijn zo verschillend dat het absurd zou zijn te proberen een ‘typerende’ beschrijving te geven. De rode kunnen ingetogen en aristocratisch zijn, zoals de Corton en de Chambertin, of licht en fijn, zoals die van Chambolle steeds behoren te zijn. De witte zijn altijd droog, maar de kwaliteiten van de Chablis, de Montrachet en de Meursault zijn zo uiteenlopend , dat men ze moet proeven om ze te kennen.

Champagne

De naam van een wereldberoemde wijn die in het buitenland zo vaak is geïmiteerd, dat heel wat mensen niet eens weten wat hij betekent en ten onrechte het idee krijgen dat hij de aanduiding is voor elke willekeurige witte wijn ‘die belletjes blaast’. In Frankrijk is echter de betekenis scherp afgebakend en de fabricage van deze wijn is aan nauwkeurige en strenge regels onderworpen. Verre van toepasselijk te zijn op ongeacht welke witte mousserende wijn, is deze naam voorbehouden aan één enkele witte wijn, bereid met bepaalde druiven, volgens bepaalde procédés in een bepaald deel van de provincie waaraan hij zijn naam te danken heeft.

Elzas

De Elzas heeft als geen ander Frans wijnbouwdistrict geleden onder recent oorlogsgeweld. Dit heeft tot gevolg gehad dat de Elzassers eigenlijk pas na 1945 konden gaan werken aan grote kwaliteitswijnen. Ze zijn verrassend snel geslaagd in het bereiken van hun doel. Alle Elzasser wijn kan slechts gebotteld het gebied verlaten, hetgeen een overtuigende garantie vormt voor authenticiteit. Al doen veel namen van Elzasser wijnen en zelfs enigszins het systeem van de Appellation aan Duitsland denken, de wijnen zijn op en top Frans: droog, een redelijk hoog alcoholgehalte en de meeste tamelijk krachtig.

Loirevallei

De witte kunnen droog, halfzoet of zoet zijn en in de regel zijn ze beter dan de rode. Het zijn alle betoverende wijnen, maar er zijn grote verschillen van gebied tot gebied, van de ene tot de andere wijnbouwer en van jaar tot jaar.

Rhónevallei

De rode zijn kloeke, krachtige wijnen met veel parfum en dikwijls fraai. De witte hebben een heel eigen stevig karakter. De rosé Tavel is wellicht de bekendste van alle rosés.

→ ANJOU, → APPELLATIONS D’ORIGINE CONTRÔLÉES, → AUDE, → BERGERAC, → BORDEAUX, → BOURGOGNE, → CORBIÈRES, → CORSICA, → CÔTE-D’OR, → CÔTE DE BEAUNE, → CÔTE DE NUITS, → CÔTE DU ROUSSILLON, → GAILLAC, → GARD, → HÉRAULT, → JURA, → JURANÇON, → LANGUEDOC, → LORRAINE, → MIDI, → PITOU, → PROVENCE, → SUD-OUEST, → TOURAINE, → VDQS, → VINS DE LIQUEUR, → VINS, → DOUX NATURELS, → VINS VINÉS etc.

Gedistilleerd

Evenals de grootste wijnen uit Frankrijk komen, is dit land ook de producent van de betere spiritualiën. Er is geen distillaat dat vergelijkbaar is met Armagnac, Cognac of zelfs maar Calvados. Naast deze sterke dranken heeft de vernuftige Franse geest ontelbare versterkende dranken, likeuren en aperitieven gecreëerd waarvan een groot deel alleen bij de Fransen in de smaak valt, terwijl andere over de hele wereld worden gewaardeerd.

Elk van deze distillaten heeft zijn plaats in de alfabetische volgorde van deze encyclopedie. De belangrijkste zijn:

Armagnac

Distillaat van wijn uit een streng afgebakend gpbied in Gascogne, waar ooit de wieg stond van de onstuimige musketier d’Artagnan.

Calvados

Distillaat van Cider (appelwijn) uit een beperkt gebied van Normandië. Mits goed bereid en behoorlijk gerijpt, kan hij zeer goed worden.

Cognac

Niet de naam van een willekeurig, maar van een nauwkeurig omschreven distillaat uit wijn. De Cognac is zo beroemd, dat zijn naam meer dan enig andere wordt misbruikt. De echte Cognac wordt alleen gemaakt in de omgeving van de gelijknamige stad in de Charente.

Mare

Mare wordt niet gemaakt van vruchtesap, maar van de na het persen overgebleven resten. Veel soorten mare zijn te scherp om tot de grote distillaten te worden gerekend, vooral zolang ze jong zijn. Sommige kunnen uitstekend zijn, zoals met name de oude mares de Bourgogne.

Blanke brandewijnen

Brandewijnen worden ook wel gemaakt van andere vruchten dan druif en appel. Deze worden blanke brandewijnen genoemd, omdat ze in hun natuurlijke staat geen kleur vertonen. Het zijn de brandewijnen van kwetsen, mirabellen, frambozen, aardbeien, kersen en kersepitten. Ze rijpen op fles, zijn erg droog en hebben een hoog alcoholgehalte. De grote producenten zijn de Elzas en Lotharingen. In de Dordogne wordt een brandewijn gemaakt van gedroogde pruimen en elders van verse pruimen.

Likeuren

Overal in Frankrijk wordt hiervan een wonderbaarlijke serie gemaakt: Chartreuse, groen en geel, Bénédictine, Cointreau, crème de menthe, anisette enz. (-> de verschillende likeuren in alfabetische volgorde).

Aperitieven

Sommige zijn erg sterk, andere uitermate zoet. Van de bekendste willen wij noemen de → Vermout, de → Dubonnet, de → Amer Picon, de → Suze, de → Saint-Raphael, → Pernod en → Ricard.