Zweeds ontdekkingsreiziger (Stockholm 19 Febr. 1865), maakte na een periode als huisleraar bij een Zweedse familie te Bakoe een reis door Perzië en Mesopotamië, die hem met één slag bekend maakte.
Daarna studeerde hij te Stockholm en te Berlijn bij Richthofen. In 1890 werd hij tolk van een speciaal gezantschap naar de Sjah van Perzië, en maakte hij op eigen gelegenheid een reis door Perzië en Turkestan naar Kasjgar. Na deze reis studeerde hij nog enige tijd in Duitsland (Berlijn en Halle) en promoveerde 28 Juli 1892 tot doctor in de filosofie op proefschrift Der Demawend noch eigener Beobachtung.
In 1893-1897 ging hij weer op reis, eerst door Rusland en Turkestan naar Pamir; vervolgens nam hij de loop van de rivieren in Chinees Turkestan kartografisch op. Daarna volgde nog de verkenning van de Tarim-rivier en het moerasgebied van het Lop-nor.
Hedin reisde (1899-1902) eerst naar Kasjgar, nam het Tarim-gebied voor de tweede maal op en probeerde toen als schaapherder verkleed naar Lhasa in Tibet te komen wat hem niet lukte; zo was hij gedwongen zich verder te bepalen tot het exploreren van Himalaja en Karakorum.
Nog een derde keer reisde hij naar Tibet en wel van 1905-1909; een deel der kosten werd betaald door de Zweedse koning en door de familie Nobèl. De reis ging door Klein-Azië, Perzië en Beloetsjistan naar Indië. Hij ontdekte hierop de bronnen van Indus, Satledsj (Sutlej) en Brahmapoetra.
Na 1909 bereisde hij nog Palestina en Mesopotamië, terwijl hij in 1927-28 Mongolië onderzocht, daarna de meerbekkens Kara-nor en Lop-nor, alsmede enige Noordchinese provincies. Onder het Hitler-regime in Duitsland stak Sven Hedin, steeds al Duitsgezind, zijn sympathie voor dit stelsel geenszins onder stoelen of banken.
Bibl.: En Färd genom Asia 1893-97 (1898; Duits: Durch Asiens Wüsten); Die geogr. wissensch. Ergebnisse meiner Reisen in Zentral-Asien (Peterm. Mitt. Ergänzungsheft, 1900); Tusen mil pa okända vägar (1903; Duits: lm Herzen von Asien); Scientific Results of a Joumey in Central-Asia, 1899-1902 (6 dln tekst, 2 dln atlas, Stockholm 1904-1908); Transhimalaya (3 dln, 1909-12); Över Land till Indien, genom Persien, Seïstan och Belutschistan (2 dln, 1909; Nederlands: Over Land naar Indië); Fran Pol till Pol (2 dln, 1911, Van Pool tot Pool, 3 dln, 1911-12, populair); Southern Tibet (9 dln tekst, 3 dln atlas, Stockholm, 1917-1922); Resare-Bengt (1921: Duits: Verwehte Spuren); My Life as Explorer (1925); Åter till Asien, min Expedition 1927-1928 (1928, Nederlands: De groote karavaan) ; Gobiöknens gator (1930, Nederlands: Raadselen der Gobi, 1931); Erövringstag i Tibet (1934); Chiang-Kai Shek (1939); Amerika im Kampf der Kontinente (1942) ; Pa Svensk mark (1944) ; Utan uppdrag i Berlin (1949).
Lit.: Alma Hedin, Mein Bruder Sven, nach Briefen und Erinnerungen (Leipzig 1925); De Margerie, L’oeuvre de Sven Hedin et l’orographie du Tibet (1929).