Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tolk

betekenis & definitie

Wanneer in een strafproces, bij de behandeling ter terechtzitting, een verdachte of getuige de Nederlandse taal niet verstaat, mag het onderzoek niet plaats hebben zonder bijstand van een tolk (art. 306-308 W.v.Sv.). Indien een verdachte of getuige niet of slechts zeer gebrekkig horen of spreken kan, geschieden de vragen en antwoorden schriftelijk.

Kan hij ook niet of slechts zeer gebrekkig lezen of schrijven, dan wordt de bijstand van een daartoe geschikte persoon als tolk gevorderd. De officier van justitie zorgt voor de dagvaarding van de tolk, indien zulks nodig is. De verdachte kan de tolk wraken, mits hij daarvoor redenen opgeeft. De rechtbank beslist daarover. Getuigen of rechters mogen niet als tolk optreden. In de bovengenoemde gevallen, waarin de bijstand van een tolk gevorderd wordt, mag, op straffe van nietigheid, ten nadele van een verdachte geen acht geslagen worden op hetgeen ter terechtzitting is gesproken of voorgelezen zonder voor hem vertolkt te zijn.Hoe in een burgerlijk geding gehandeld moet worden ten aanzien van partijen en getuigen, die het Nederlands niet of onvoldoende machtig zijn, is in de wet niet geregeld en dus aan het vrije inzicht van de rechter overgelaten. Deze kan zich desgeraden van een tolk bedienen, doch hij behoeft dit niet te doen, als hij meent rechtstreeks voldoende met de voor hem verschenene van gedachten te kunnen wisselen.

Ook waar in strafzaken een tolk vereist is, behoeft deze niet genomen te worden uit de kring der beëdigde vertalers en uiteraard behoeft dit nog te minder te geschieden in burgerlijke zaken; al zal men gewoonlijk liever een beëdigde dan een onbeëdigde vertaler nemen. De instelling der beëdigde vertalers steunt op de wet van 6 Mei 1878, Stbl. 30, aangevuld door de wet van 20 Apr. 1928, Stbl. 109. Ieder die bevoegd is tot het geven van middelbaar onderwijs in een vreemde taal kan verlangen door de rechtbank van zijn woonplaats als vertaler te worden beëdigd, wanneer hij, naar haar inzicht, blijk geeft van voldoende kennis van het Nederlands en een getuigschrift van B. en W. overlegt van goed zedelijk gedrag. Ook anderen kunnen als vertaler worden beëdigd, wanneer zij, ter beoordeling door de rechtbank, mede blijk geven van voldoende kennis der desbetreffende vreemde taal; dit blijk kan bijv. worden gegeven door overlegging van een getuigschrift van tolk-vertaler als bedoeld in het K.B. van 16 Sept. 1949, Stbl. J 428. Na de beëdiging wordt de beëdigde door de griffie der rechtbank een acte uitgereikt, houdende zijn toelating als beëdigd vertaler voor de door hem beoefende taal; doch niet dan na nederlegging aldaar van zijn handtekening. De legalisatie zijner handtekening geschiedt, indien vereist of door belanghebbenden verlangd, door de rechtbankpresident.

Moeten stukken of opgaven in een vreemde taal in- of overgeschreven worden krachtens wettelijk voorschrift in een openbaar register, dan moet er een vertaling bij, vervaardigd of voor overeenstemmend verklaard door een beëdigde vertaler.

In de Levant en op enkele posten in het Verre Oosten bestonden vroeger tolken tot bijstand van gezanten en consuls. De desbetreffende tolkenreglementen zijn op i Jan. 1946 vervallen ingevolge het „Reglement op den Buitenlandschen Dienst” (K.B. van 21 Dec. 1945, Stbl. F 322, gewijzigd bij K.B. van 21 Jan. 1948, Stbl. I 25).

< >