is een Frans dorpje van 700 inw. bij Sablé (dep. Sarthe), waar Dom Guéranger (Sablé 1805 - Solesmes 1875) op 11 Juli 1833 in de oude sinds 1790 leegstaande priorij (uit 1010) weer een Benedictijner gemeenschap vestigde en feitelijk de stoot gaf tot het modern liturgisch apostolaat o.a. door zijn ijveren voor het herstel van de Romeinse liturgie in Frankrijk.
Het klooster, in 1837 tot abdij verheven, werd het moederklooster van de Franse Congregatie der Benedictijnen. Herhaaldelijk verdreven door de Franse anticlericale wetten, keerden de monniken er in 1921 definitief terug. De kloosterkerk is een Laatgothische hallenkerk, bekend om haar Renaissance-beeldengroepen: het Graf van Christus (1496) en het Graf van Maria (1550), met levensgrote heiligenfiguren, Les Saints de Solesmes genaamd. De Benedictijner Congregatie van Solesmes geeft aan het koorofficie in alles de voorrang en houdt zich daarom ook met voorliefde bezig met studiën over de Gregoriaanse kerkzang (zie kerkmuziek, A en C), de Bijbel en de kerkvaders en alles wat de liturgie betreft. De monniken van Oosterhout, Egmond, de Slangenburg bij Doetinchem en Mamelis bij Vaals behoren tot deze Congregatie. Beroemde namen zijn o.a. kardinaal Pitra, Dom Pothier, Dom Mocquereau, Dom Delatte, Dom Cabrol, Dom Quentin.Lit.: H. Quentin, Notice hist. sur l’Abbaye de S. (1924); G. Cozien, L’œuvre de Dom Guéranger (Solesmes 1933); O. Rousseau, Hist. du mouvement liturgique (Paris 1945).