graaf, Zweeds dichter (Stockholm 8 Sept. 1841 - 19 Mei 1903), volgde aanvankelijk een diplomatieke loopbaan; in 1890 werd hij bibliothecaris aan de Kon. bibliotheek in Stockholm. Hij stamt uit een oud aristocratisch geslacht en men gevoelt in hem steeds de tweestrijd tussen de gesloten aristocraat en de dichter, die zich uiten wil.
In 1861 gaf hij onder pseudoniem Sven Tröst een bundel Smådikter uit. Evenals zovele andere Noorderlingen werd hij in Italië overweldigd door de zuidelijke natuur, de lossere levensvormen, de schoonheidszin. Zijn gedichten uit die tijd zijn vol levensvreugde (Italienska bilder, in Dikter, 1869), maar weergekeerd in Zweden (1866), moest hij weer de teruggetrokken diplomaat zijn. In die tijd schreef hij sonnetten, die vooral door de vorm uitmunten (Sonnetter 1871). 1879 was een crisisjaar voor hem hij brak met zijn vrouw, verliet zijn ambt en land en daardoor werd zijn kunst warmer, volbloediger.Na 1880 is zijn belangstelling ontwaakt voor sociale problemen en hij wil daarvan ook in zijn poëzie getuigen. In Svenska bilder (1886), een aantal episoden uit de Zweedse geschiedenis, is zijn sympathie aan de zijde van het verdrukte volk.
Bibl.: Samlade dikter I-V (1903-1904).
Lit.: K. Warburg, S. (Stockholm 1905); Edm. Gosse, Portraits and Sketches (1912); P. Hallström, C. S. (Stockholm 1933).