(wiskunde) noemt men in Ac planimetrie een stelsel van oneindig veel algebraïsche krommen, dat de eigenschap heeft, dat door ieder punt van het vlak in het algemeen één en niet meer dan één kromme van het stelsel gaat. Een uitzondering hierop vormen de zgn. basis- of grondpunten van de bundel, waar alle krommen van de bundel doorheen gaan.
In de analytische meetkunde kan een bundel krommen van de n-de graad worden voorgesteld door een vergelijking in de cartesische coördinaten x en y, waarin bovendien één parameter lineair optreedt (bijv. stralenbundel, cirkelbundel en kegelsnedenbundel). In de stereometrie spreekt men van een bundel oppervlakken in de betekenis van een stelsel van oneindig veel algebraïsche oppervlakken, dat de eigenschap heeft, dat door één punt van de ruimte in het algemeen één en niet meer dan één oppervlak van het stelsel gaat. Ook hier zijn basispunten aanwezig, waardoor alle oppervlakken van de bundel gaan, en deze vormen te zamen de basiskromme, d.i. de gemeenschappelijke snijlijn van alle oppervlakken van de bundel. In de analytische meetkunde kan een bundel oppervlakken wederom voorgesteld worden door een vergelijking (thans in de drie coördinaten x, y en z), die één parameter lineair bevat (bijv. vlakkenwaaier, bollenbundel en kwadriekenbundel).