Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RUTEBEUF

betekenis & definitie

(of Rustebeuf), Frans dichter uit de Middeleeuwen (13de eeuw). De weinige uitsluitend aan zijn eigen werk te ontlenen biografische gegevens wijzen er op, dat zijn literaire activiteit gesteld moet worden van ten vroegste 1250 tot op zijn laatst 1285.

Waarschijnlijk is hij in Parijs geboren; hij heeft er gestudeerd (was dus een „clerc”), is in het huwelijk getreden (zie: Le manage Rutebeuf) en leidde een armelijk en min of meer zwervend bestaan; men vergelijkt deze poète-misère, deze bohémien dikwijls met Villon, Théophile de Viau en Verlaine. Hij trad als voordrachtkunstenaar op bij feesten van aanzienlijke lieden, misschien ook voor het volk (zie: Dit de l’erberie, een speech van een standwerker, gedeeltelijk in verzen, gedeeltelijk in proza).Ofschoon Rutebeuf verscheidene beschermers schijnt gehad te hebben, o.a. de graaf van Poitiers en de koning van Navarre, was hij geenszins hofpoëet en behield hij zijn onafhankelijkheid. Deze dichter is vooral een satiricus, een pamflettenschrijver voordat die term bestond, doch ook andere literaire genres hadden zijn aandacht: de lyriek — geen liefdesgedichten, maar „Complaintes” —, heiligenlevens (o.a. Vie de Marie l’Egyptienne, Vie d’Elisabeth de Hongrie), het drama (Le Miracle de Théophile), de fabliaux. Zijn felle aanvallen op de adel, de clerus en de rijke burgerij leren ons veel omtrent de sociale toestanden in de 13de eeuw. O.a. mengde hij zich in de twisten rondom de Sorbonne en nam het op voor de hoogleraar Guillaume de Saint-Amour, de ziel van het verzet van de Universiteit tegen het gezag van de Kerk (zie: Le Dit de l’Université de Paris, La Complainte de Guillaume de Saint-Amour, e.a.).

Het hoofdthema van zijn werk is, dat het aardse leven een martelaarschap is, waardoor de eeuwige zaligheid moet verworven worden; met aandrang spoort hij aan om deel te nemen aan de kruistochten (zie: Dispute du croisé et du décroisé). Rutebeuf is een zeer persoonlijk dichter; zijn Dit des Ribauds de Grève (het chanson des gueux van de 13de eeuw) bewijst hoe dicht hij bij het volk stond.

PROF. DR L. KUKENHEIM EZN

Bibl.: A. Jubinal, Œuvres complètes de R., 3 vol. (Paris 1839, herdr. 1874-’75); A. Kressner, Rut. Gedichte, nach den Handschr. der Pariser Nat. Bibl. (Wolfenbüttel 1885).

Lit.: Harry Lucas, Les poésies personnelles de R., diss. Strasbourg (1938); Julia Bastin en E. Faral, Onze poèmes de R. concernant la croisade (Paris 1946); L. Clédat, Rutebeuf (Paris 1891); A. Kressner, Rustebeuf, ein Dichterleben im Mittelalter, éd. Franco-Gallia (Nov. 1893), t.

X; C. Dehm, Studien zu Rutebeuf, diss. Würzburg (1935); E. von Mojsisovics, Metrik u. Sprache Rustebeuf’s, diss. Heidelberg (1906); P. Leendertz, De strophen van Rutebeuf, Neoph.

IV (1918-’19); Grace Frank, Le Miracle de Théophile (Paris 1925, in de collectie Class. fr. du M. A., 49); G. Cohen, Le Mir. de Théoph. (Paris, 11de dr., 1948).

< >