naam van een choripetale, 2-zaadlobbige plantenfamilie met ca 120 geslachten en 1600 soorten vnl. in de tropen, maar ook in de gematigde streken van Eurazië en Amerika, merendeels houtgewassen met meest verspreide en door oliekliertjes gepuncteerde, enkelvoudige of samengestelde, bladeren zonder steunblaadjes en meest regelmatige, 2-slachtige en obdiplostemone 4- of 5-tallige bloemen met een intrastaminale discus en een bovenstandig vruchtbeginsel uit meest 4 of 5, vaak onderaan vrije carpellen met 2 zaadknoppen, dat rijpt tot een doosvrucht, bes, steenvrucht of splitvrucht. Men onderscheidt verschillende onderfamilies, zo:
1. de Rutoideae, met bij rijpheid vrijwel gescheiden naar binnen openspringende carpellen en geslachten als Zanthoxylon, Fagara, Choisya, Ruta (zie wijnruit), Dictamnus, Boronia, het verwante, door behaarde meeldraden gekenmerkte geslacht Eriostemon Sm. (erios = wol, stemon = meeldraad), dat in Australië 30 soorten telt, waaronder oranjerieplanten als de rose bloeiende E. buxifolius Sm., met kleine, elliptische, gladde blaadjes, en E. myoporoides D.C., met stevige, elliptische bladen, voorts de geslachten Correa, Diosma, Barosma, Cusparia en het in tropisch Amerika 20 soorten tellende geslacht Pilocarpus Vahl (zie pilocarpine);
2. de Flindersioideae, met een loculicide of septicide doosvrucht, en o.a. het geslacht Chloroxylon;
3. de Toddalioideae, genoemd naar de gestekelde palaeotropische liaan Toddalia aculeata Pers., met een steenvrucht of droge gevleugelde vrucht en bijv. de geslachten Phellodendron, Ptelea, Skimmia en het door 1 carpel in de bloem gekenmerkte geslacht Amyris L., dat met 20 soorten in tropisch Amerika voorkomt, waaronder A. balsamifera L., die een welriekend harsrijk soort rozenhout levert;
4. de Aurantioideae, met een besvrucht en het belangrijke geslacht Citrus (zie ook bergamot, citroen), voorts met de geslachten Feronia, Aegle Corr. (met als enige soort A. marmelos Corr., een Oostindische fruitsoort) en Poncirus Raf. (met als enige soort P. trifoliata Raf. (syn. Citrus t. L.), een gedoornde sierstruik met 3-tallige bladeren en gele, welriekende, behaarde, tot 5 cm in doorsnede metende vruchten uit Noord-China).