Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SORBONNE

betekenis & definitie

was oorspronkelijk een met de universiteit te Parijs verbonden, maar toch zelfstandig college ter opleiding van onbemiddelde jongelingen tot wereldlijke priesters (Communauté des pauvres clercs). Het werd gesticht door Robert de Sorbon (Sorbon, bij Rethel, 9 Oct. 1201 - Parijs 15? Aug. 1274), hofkapelaan van koning Lodewijk IX, in 1253.

Langzamerhand echter smolt het samen met de theologische faculteit der hogeschool, totdat het in het laatst der 18de eeuw voor de stormen der Revolutie bezweek (1792). Eeuwenlang bezat het een groot gezag, zodat de uitspraken der Sorbonne op kerkelijk en godgeleerd gebied algemeen werden geëerbiedigd. De koning en het Parlement vroegen haar raad en zij was het bolwerk der Gallicaanse kerk tegenover de Jezuïeten. Haar gebouwen, in de 17de eeuw op last van kardinaal de Richelieu vernieuwd, werden in 1815 de zetel van de faculteiten der godgeleerdheid, wetenschappen en letterkunde. De eerste werd in 1830 opgeheven, in 1841 weer hersteld en in 1855 nogmaals opgeheven. De nieuwe gebouwen van 1889 vormen het middelpunt van het Quartier latin en de zetel van de Facultés des Lettres (historisch-philologische) en des Sciences (mathematisch-natuurwetenschappelijke) van de universiteit van Parijs.

Lit.: P. Leguay, La Sorbonne (1910); J. Bonnerot, La S. (Paris 1927); L’Université de Paris du moyen âge à nos jours. Notices de J. Bonnerot (Paris 1933).

< >