Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RÂMÂNUJA,

betekenis & definitie

een der belangrijkste Indische wijsgeren (zuidelijk India ca 1050 - Śrîranga 1137), bracht zijn jeugd door te Kâñchîpûram (Conjeevarem), waar hij leerling was van Jâdavaprakâśa, een aanhanger van de Advaita-filosofie van Sankara. Daar dit absolute monisme en de starre mâyâ-leer hem niet bevredigden werd hij volgeling van de wijsgeer Yâmuna, die hij opvolgde als hoofd van de Zuidindische Vaisnava-secte en leider van de grote tempel te Śrîranga.

Nog steeds passen zijn leerlingen de samuccaya (combinatie, accumulatie) toe, d.w.z. oefening van de dharma, kennis en liefde (bhakti) als middel bij het zoeken van brahman en als weg tot de verlossing.Op het wijsgerig plan verdedigt hij een thesis, genoemd viśistâdvaita d.i. gekwalificeerd monisme; de wereld is één met God en toch van hem verschillend. Op het religieuze plan aanvaardt hij een persoonlijk Opperwezen, geïdentificeerd met Nârâyana-Visnu. Een der grondelementen van zijn leer is de Bhakti*, de toegewijde liefde tot God, gepaard met een intuïtieve, ervaren kennis van God. In de 13de eeuw ontstond in zijn school een splitsing betreffende de verlossing door de goddelijke genade. De ene, de zogen. Katjes-(Zuidelijke) school, beweert dat de ziel hulpeloos en passief blijft bij de verlossing, als het katje dat door zijn moeder in veiligheid wordt gebracht (mârjâranyâya); volgens de anderen, de Aapjes-(Noordelijke) school, werkt de ziel in tegendeel actief mee bij haar verlossing, zoals het aapje dat zich vastklampt aan zijn moeder (markatanyâya). Râmânuja schreef vele werken, o.a. Vedârthasamgraha (résumé van de betekenis van de Veda); Sîibhâsya, een schitterend geschreven commentaar op de Vedântasutra en de Gîtabhâsya, een commentaar op de Bhagavadgîtâ (z India, filosofie).

Lit.: Govindâchârya, Life of R. (Madras 1906); V. A. Sukhtankar, Teachings of Vedânta according to R. (Wiener Ztschr. f. d. Kunde des Morgenlandes 22.. 1908); O. Lacombe, La doctrine morale et métaphysique de R. (Paris 1938); Râmânuja’s Commentary on the Bhagavadgitâ, an English translat., introd. and notes... by Isvaradatta (Hyderabad 1930).

< >