Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RÂMÂNANDA

betekenis & definitie

belangrijk religieus reformator uit het jongere Hindoeïsme (Benares 14de eeuw, volgens Farquhar 1400-1470), bouwde voort op de leer van Râmânuja*, waarvan hij a.h.w. de afsluiting is, hervormde de Visnu-verering, vooral door de zeer erotisch-getinte Krsna-Rdâhâ-vercring te vervangen door de Râma-Sîtâ-cultus, aanvaardde geen kastenonderscheid en predikte hoofdzakelijk in de volkstaal en niet in het Sanskrit. Zijn leerlingen verwekten in Noord-Indië een hartstochtelijke Visnu-Râma-verering, die Tulsîdâs (1532-1624) inspireerde tot zijn beroemd Râmâyana (z Hindî), een boek dat voor vele millioenen Hindoes een Bijbel is.

Zijn voornaamste leerling was Kabīr*.

< >