Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Petrus biesterveld

betekenis & definitie

Nederlands Gereformeerd theoloog (Amsterdam 14 Juni 1863 - 13 Dec. 1908), uit eenvoudig koopmansmilieu geboren, studeerde aan de Theologische School te Kampen en werd reeds einde 1883 predikant bij de Christelijk Gereformeerde gemeente te Sexbierum, 1885 te Gorinchem, 1890 te Rotterdam; hij was een gevierd, zeer begaafd en bemind kanselredenaar. In 1894 werd hij docent aan de Theologische School te Kampen voor de practische vakken, vnl. de homiletiek, in 1902, tegelijk met Bavinck, hoogleraar aan de Vrije Universiteit, alwaar hij bovendien de exegese van het Nieuwe Testament had waar te nemen.

Behalve hard werker in zijn studie- en onderwijsvakken, was hij ook een gaarne gezien medewerker in diaconale en andere practische arbeid.Bibl.: Het hooge belang der ambtelijke vakken (Rede, 1894); Andreas Hyperius, vnl. als homileet (Rede, 1895); Calvijn ais Bedienaar des Woords (1897); Het object der ambtelijke vakken (Rede, 1902); De jongste methode voor de verklaring van het N.T. (Rede, 1905); De Brief a.d. Colossensen (commentaar); met H. H. Kuyper, Kerkelijke Handboekje (1905); Van Bethanië naar Golgotha (1907); Van Golgotha naar Jeruzalem (1908-1910); met J. v. Lonkhuyzen en R. J.

W. Rudolph, Het diaconaat (1908).

Lit.: Christelijke Encyclopaedie I, 307/08.

< >