(eig. Andreas Gerardi of Gheeraerdts), Reformatorisch godgeleerde (Y peren - vandaar zijn bijnaam - 6 Mei 1511 - Marburg i Febr. 1564), werd in 1542 hoogleraar te Marburg.
Hyperius sympathiseerde met Bucer te Straatsburg en behoorde dus in dogmaticis niet tot een extreme richting. Hij was zeer productief, schreef ook filosofische leerboeken, maar maakte vooral werk van de practische theologie. De Hessische kerkorde van 1566 is door Hyperius ontworpen.Bibl.: o.a. De formandis concionibus sacris (1553) j De theologo seu de ratione studii theologici libri IV (1556); Methodi theologiae chr. religionis locorum communium (1568); Varia opuscula theologica (2 vol., i57o-7i).
Lit.: Paquot, Mémoires III (1771), 491 ï Biogr. nation. de Belgique dl 7 (1880/’83), 705-707 met volled. bibliogr.; W. Caspari, Die Bestrebungen des A. H. auf dem Gebiete der prakt. Theologie (1901); Sachsse u. Achelis, Die Homiletik u. Katechetik des A.
H. (1901); K. F. Müller, A. H. (1895).
