Nederlands kerkhervormer (leefde omstr. het midden van de 16de eeuw), geboortig uit Diegem bij Brussel, was student te Leuven, Bologna en Bonn, en ging vervolgens tot de Reformatie over. Hij hield eerst een zgn. bij school, werd in 1559 conrector aan de Latijnse School te Leiden, maar werd in 1561 ontslagen, waarschijnlijk wegens ketterij.
Hij was bijzonder geleerd. Behalve een gouverneurschap bij Diederik van Bronkhorst-Batenburg te Niedermörmter, kennen wij van zijn uiterlijke levensomstandigheden weinig. Bloccius is te rekenen met mannen als Veluanus, Merula, Duifhuis, tot de oorspronkelijke Nederlandse Bijbels gereformeerden. Hij was zeer zelfstandig; hij was het bijv. oneens met Luther en Melanchthon, maar vooral met Heshusius in de Avondmaalsleer, met Calvijn in de praedestinatieleer en stond dichter bij Zwingli. Hij was een tegenstander van het ketterdoden en is over het lijden der martelaren, waarvan hij getuige was geweest, niet uitgepraat.PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK
Bibl.: Querimonia Jesu Christi, een Claghe Jesu Christi tot dat ongehoorsaeme menschelijcke geslacht (orig. verloren, Ned. vertalingen Delft 1591, Amsterdam 1611). Meer dan tweehondert ketterijen, blasphemieën en nieuwe leeringen: welck tot de misse zijn ghecomen: eerst van Petro Bloccio schoolmeester tot Leyden in Latijn ghemaect, daema in Duytsch voor slechte menschen overgheset (z. pl. 1567).
Lit.: N. C. Kist in Archief v. Kerkgesch., XIII (1842) en XIV (1843); L. Knappert in Theol. Tschr., XXXVIII, 1904; Idem, in Leidsch Jaarboekje 1904 en in Het ontstaan en de vestiging v. h. Prot. in de Ned. (Utrecht 1924)» 254-259, 288.