is een symmetrisch orgaan in het gezicht. Hij wordt gevormd door neusbeen en neuskraakbeen.
In het midden loopt het neustussenschot, zodat twee uitwendige neusopeningen zichtbaar zijn.Van binnen is de neus bekleed met slijmvlies. Boven in de neus bevindt zich het reukslijmvlies (z reuk). Aan beide zijden bevinden zich drie neusschelpen. De neusholten staan in verbinding met de holten in het jukbeen en voorhoofdsbeen. Vlak bij de neusopeningen groeien enkele haren. Bij de ademhaling door de neus wordt de lucht voorverwarmd en door de haren van stof ontdaan.
Neusbloeding
(epistaxis) kan het gevolg zijn van uitwendig geweld, breuken van het neusskelet, van de schedelbasis of beschadiging van het slijmvlies door een peuterende vinger. Zij is verder een veel voorkomend verschijnsel bij verkoudheid, bij sommige algemene ziekten, bijv. infectieziekten, als mazelen, roodvonk, diphtherie, typhus, bij bloedziekten, chronische nierziekten, hypertensie enz. Meestal ontstaat de bloeding op het voorste gedeelte van het neustussenschot. De eenvoudigste behandeling is het dichtknijpen van de neus gedurende een minuut of tien. Ziet men de bloedende plek, dan kan deze met chemische middelen of met de galvanocauter dichtgeschroeid worden. Leiden genoemde middelen niet tot stelping der bloeding, dan moet de neus getamponneerd worden, waartoe de methode met de sonde van Bellocq het meest afdoende is.