Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GEWELD

betekenis & definitie

is een woord, dat het NEDERLANDSE Strafwetboek herhaaldelijk gebruikt, terwijl er gewoonlijk bedreiging met geweld naast genoemd wordt. Anders dan de Belgische wet geeft ons Wetboek geen begripsomschrijving van deze term.

Wel geeft art. 81 W.v.Sr. een uitbreiding van het begrip door het plegen van geweld gelijk te stellen met het brengen in een staat van bewusteloosheid of onmacht, een toestand welke veelal het gevolg van een gewelddaad zal zijn. Ook het Nederlands Burgerlijk Wetboek kent in de artt. 1359 vlg. het begrip „geweld” als grond voor nietigheid van overeenkomsten, en geeft in artt. 1360 een omschrijving van hetgeen er onder te verstaan is.De wet noemt geweld en bedreiging hiermede als middelen tot uitlokking van een misdrijf (art. 47); het uiteenjagen der Kamers van de Staten Generaal, Provinciale Staten of Gemeenteraden door geweld of bedreiging met geweld wordt strafbaar gesteld in de artt. 121 en volgende; het verhinderen van geoorloofde openbare vergaderingen in art. 143. In art. 145 worden nog enige bijzondere samenkomsten beschermd tegen geweld of bedreiging met geweld, nl. geoorloofde openbare godsdienstige bijeenkomsten, kerkelijke plechtigheden of begrafenisplechtigheden. Art. 141 spreekt van openlijk met verenigde krachten geweld plegen tegen personen of goederen, waarbij bijv. gedoeld wordt op het geval, dat iemand zich op een openbare weg bij een volksoploop te midden van een samengeschoolde menigte bevindt, uit wier midden de politie met stenen wordt geworpen en die dan daarbij zelf met stenen naar de politie gooit. Geweldpleging tegen of het daarmede bedreigen van ambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening hunner bediening, hetgeen in verschillende vormen kan plaats vinden, is strafbaar gesteld in de artt. 179-182 W.v.Sr.

Eveneens speelt het begrip een rol bij afpersing (art. 317), en bij verkrachting (art. 242). Tot de verzwarende omstandigheden wordt het gerekend bij diefstal (art. 312).

Op deze verschillende misdrijven stelt de wet uiteenlopende straffen.

Lit.: Simons-Pompe, Leerb. v. h. Nederl. Strafrecht, 2de dl, 6de dr. (Groningen-Batavia 1941); Noyon—Langemeyer, Het wetboek van strafrecht verklaard, 5de dr. (Arnhem, 3 dln, I947-49).

Het BELGISCH Strafwetboek geeft in art. 483 de definitie van geweld: „daden van stoffelijke dwang gepleegd op personen”. Daarentegen worden „alle middelen van zedelijke dwang door vrees voor een nakend kwaad” bedreiging geheten. Het Strafwetboek bevat verscheidene bepalingen tegen gewelddaden, o.a. in verband met de vrije uitoefening van de erediensten (art. 142 e.v.); geweld jegens de ministers, de leden van de Wetgevende Kamers, de dragers van het openbaar gezag en van de gewapende macht (art. 275 e.v.). Het toebrengen van verwondingen of slagen wordt gestraft, overeenkomstig de artt. 398 e.v.; nochtans, indien zij onmiddellijk uitgelokt worden door zware gewelddaden tegen personen, kunnen zij verschoonbaar zijn (behoudens tegen de wettige of natuurlijke vader (of moeder) of tegen de andere wettige bloedverwanten in de opgaande lijn) (artt. 411 tot 415).

Vervolgens zullen zij gerechtvaardigd zijn, indien zij werden geboden door de ogenblikkelijke noodzakelijkheid van de wettige verdediging van zichzelf of van iemand anders (art. 416).