Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KWATRIJN

betekenis & definitie

quatrain (Frans quatrain, een afleiding van quatre), vierregelig gedicht, vierregelige strophe. Als zelfstandig gedicht behoort het kwatrijn tot de grondvormen der poëzie.

De Oudindische literatuur geeft er reeds voorbeelden van, evenzo de Oudgriekse volkspoëzie. Ook Java kent een zeer oude vierling, de pantoen. Bij de klassieken stond het tetrachiston in dienst van de epigrammatiek (z epigram), in de Middeleeuwen was het kwatrijn een geliefde vorm voor spreuk en priamel. Sinds de Renaissance wordt vooral Martialis nagevolgd, vandaar het karakter van bijschrift en de veelszins satirische of lascieve toon. De bekwaamste dichters in Nederland waren Roemer Visscher en Huygens, later ook Staring. Men spreekt dan van puntdicht (Huygens zelf noemt het sneldicht) en zoekt het vooral in een maximum van inhoud bij een minimum aan woorden, in vernuftige zegging en een verrassende pointe.Het kwatrijn beleefde in onze tijd een nieuwe bloei door de ontdekking van de Perzische dichter Omar Khayyam, die met name door Leopold en Boutens voortreffelijk werd vertaald. Zeer opmerkelijk zijn ook de kwatrijnen van Jacob Israël de Haan. Een geheel ander karakter, t.w. van volkspoëzie, dragen de Spaanse, meest vierregelige coplas, in het Nederlands vertaald door Werumeus Buning, Helman en Hendrik de Vries.

DR J. J. MAK

Lit.: J. D. Ph. Warner, Het Ned. kwatrijn (Amsterdam 1947).

< >