(Crossopterygii) vormen een superorde van de Beenvissen (z Vissen), die hun naam te danken hebben aan de bouw van de gepaarde vinnen, nl. bestaande uit een as, waaromheen de vinstralen waaiervormig zijn gerangschikt. De vele geslachten en soorten, die tot deze groep behoren, hebben van het Carboon tot het Krijt geleefd.
Merkwaardig is dat de familie Coelacanthidae bijna onveranderd is blijven bestaan van het Onder-Carboon tot het Boven-Krijt en nog merkwaardiger is dat een levende vertegenwoordiger van deze familie eind 1938 werd gevangen in de netten van een treiler, die in de buurt van Oost-Londen, Zuid-Afrika, viste. Deze vis, die Latimeria chalumnae werd genoemd, wijkt slechts weinig af van de fossiele soorten. De Kwastensnoeken Polypterus en Calamoichthys, die in het zoete water van Afrika voorkomen, zijn de overige recente geslachten van de Kwastvinnigen. Zij wijken echter van alle fossiele Kwastvinnigen en ook van Latimeria sterk af, zodat het zeer twijfelachtig is of zij tot de Crossopterygii mogen gerekend worden. Sommige auteurs zien verwantschap met de uitgestorven Palaeoniscidae onder de Kraakbeenganoïden.