Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KWEEKGRAS

betekenis & definitie

(Agropyrum P.B.) is de naam van een 50 soorten tellend, met de tarwe verwant gravengeslacht, gekenmerkt door een aar van afwisselend in 2 rijen geplaatste, met hun brede zijde naar de as gekeerde en van 2 gelijke kelkkafjes voorziene, 3-veelbloemige aartjes. De meest verbreide soort, de gewone Kweek (A. repens P.B.), is door de kruipende wortelstokken een berucht en moeilijk uit te roeien onkruid op akkers en in tuinen.

Een extract uit de wortelstok (rhizoma graminis) vindt als volksgeneesmiddel toepassing.Hiernaast spelen in Nederland 3 blauwgroene soorten met lange uitlopers en geheel of ten dele borstelvormig opgerolde bladeren aan de zeekust een belangrijke rol: Zee-Kweek (A. maritimum Koch et Ziz.), een lage plant met geheel opgerolde bladeren, en StrandKweek (A. littorale Dum.) en Biestarwegras (A. junceum P.B.), forse soorten met rechtopstaande stengels en ten dele vlakke bladeren. De laatste wordt genoemd als voornaamste vormer van primaire duintjes op het strand. Genoemd zij nog het Hondstarwegras (A. caninum P.B.), een zodevormende bosplant met lange slap overhangende aren en langgenaalde kroonkafjes, in het Zuiden vrij algemeen.

< >