Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EPIGRAM

betekenis & definitie

naar het Oudgrieks ἐπίγραμμα, epigramma = opschrift, duidt in het algemeen iedere inscriptie aan, maar in het bijzonder een kort gedicht, meestal in de versvorm van de elegie gegoten, dat oorspronkelijk diende om de herinnering levend te houden aan een persoon of een feit. De meest beroemde dichter van Griekse epigrammen uit de klassieke tijd was Simonides* van Keos.

Allengs begon men het epigram echter te zien als een verfijnde kunstvorm en velen legden zich toe op het uitdrukken in bij uitstek bondige vorm van een gedachte, een herinnering, een impressie. In de zgn. Palatijnse Anthologie is ons een verzameling bewaard van duizenden Griekse epigrammen van godsdienstige, artistieke, amoureuze, amusante aard, naast grafschriften en wijdingsinscripties. In Rome is het epigram met veel succes beoefend door Martialis*, bij hem krijgt het reeds duidelijk het karakter van een op een pointe uitlopend gedichtje, waarom men deze dichtvorm dan ook puntdicht noemt. Uit de nieuwere tijd moeten onder de puntdichtpoëten genoemd worden: in Frankrijk: Clément Marot; in Duitsland: Logau, Schiller en Goethe; in Engeland: O wen; in Nederland: Constantijn Huygens en Staring.Lit.: Over de theorie van het epigram Lessing, Anmerkungen über das Epigramm; Over de Oudheid: R. Reitzenstein, Epigramm und Skolion (1893) en in Pauly-Wissowa, Realenzyklop. ,,Epigramm” dl VI, 71; C. Cichorius, Römische Studien (1922); E. Galle tier, Etude sur la poésie funéraire romaine (1922). Voorts: Hoyt Hopewell Hudson, The Epigram in the English Renaissance (Princeton Univ. Press. 1947); James Hutton, The Greek Anthology in Italy to the year 1800 (1935); Idem, The Greek Anthology in France and in the Latin Writers of the Netherlands to the year 1800 (Cornell Univ. Press 1946).

< >